Taboe, ontwikkelingen in macht en moraal speciaal in Nederland
(1980)–Paul Kapteyn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 189]
| |
2 TaboeëringTegen het einde van de Middeleeuwen en in toenemende mate tot in de achttiende eeuw werden de protesten tegen de geringe bevangenheid sterker. Ze waren niet afkomstig van de sterkeren en gericht op hun ondergeschikten, maar kwamen voort uit middengroepen en droegen tevens een algemene strekking.Ga naar eind8 Een voorbeeld hiervan bieden de veranderingen in badgewoonten. Van verschillende kanten is erop gewezen hoe van omstreeks 1600 tot 1800 het openlijk baden als volksgewoonte verdween.Ga naar eind9 Ter verklaring daarvan werd en wordt dikwijls naar hygiënische motieven verwezen. Zo zou bij voorbeeld de verspreiding van de pest en de syfilis in de loop van de zestiende eeuw in West-Europa tot het verdwijnen van openbare badhuizen hebben geleid.Ga naar eind10 Het is echter op zijn minst een vraag of deze verklaring juist is en of het hygiënische motief niet andere verhult.Ga naar eind11 Het zou immers kunnen zijn dat - in dit geval - het verdwijnen van het openlijk baden een uitdrukking vormde van een grotere terughoudendheid - en een groter respect - van mensen tegenover elkaar, die samenhing met de toenemende complexiteit van economische en politieke interdependenties, waarbinnen burgerlijke middengroepen aan sterkte wonnen en hun levensstijl van minder machtsvertoon dominerender werd. De ontwikkeling in de badbepalingen voor de Seine in Parijs wijst tenminste meer op veranderingen in machtsverhoudingen en onderlinge rekenschap, met name tussen de seksen, dan op angst voor ziekten. Hier werd, nadat het baden in vroeger tijden naar sekse en stand gemengd en in ontblote staat had plaatsgevonden, eerst speciaal voor vrouwen maar daarna ook voor mannen een apart gebied afgeschermd, terwijl men vervolgens nog wel naakt mocht zwemmen, maar niet meer naakt in de zon mocht liggen. Deze veranderingen kunnen weinig te maken hebben met besmettelijke ziekten en ook het feit dat in de loop van de achttiende eeuw de hogere burgerij zich uit deze groep van badenden terugtrok, behoeft niet deze verklaring maar kan een uitdrukking vormen van een versterkt fat- | |
[pagina 190]
| |
soensgevoel waarvoor de reeds beperkte naaktheid niettemin naakt was en daarmee te veel.Ga naar eind12 Maar niet alleen bij het baden, ook op andere grensgebieden tussen naakt en gekleed veranderden de gewoonten in dezelfde richting. Mensen gingen hun naaktheid meer bedekken, niet als ondergeschikten ten opzichte van hun meerdere, maar als ondergeschikten van elkaar. Zij wilden gekleed zijn - om het kort maar niet onjuist te zeggen - om zichzelf niet te verhógen en de ander niet te verlágen. Zij wilden echter ook gekleed zijn om zichzelf niet te verlágen en de ander niet te verhógen. Tussen deze polen van ‘hoog’ en ‘laag’ bewogen zich de gevoelens van het maatschappelijk midden en de angst voor de extremen vormde mede het wederzijds respect. Een tweede voorbeeld hiervan vormt het ontstaan van speciale nachtkleding. Zoals gezegd sliep men in de Middeleeuwen óf naakt óf in de kleren. Ook in het begin van de zestiende eeuw was dit nog het gebruik. In een etiquetteboek van Erasmus wordt nog nergens over nachtkleding gesproken, maar wel van het bedekt houden van het lichaam als plicht van de ondergeschikte tegenover zijn meerderen. Even later in diezelfde eeuw wordt er echter wel van nachtkleding melding gemaakt. Speciaal onder vrouwen in toonaangevende standen kreeg deze ‘luxe’ een zekere verspreiding en het heeft er enige schijn van dat men zich in deze kringen wat gereserveerder ten opzichte van elkaar ging gedragen, ook al had deze nachtkleding behalve een bedekkende tevens een representatieve functie en was men gewoon in bed te ‘ontvangen’.Ga naar eind13 In de loop van de tijd breidde de gewoonte van speciale nachtkleding zich bij middengroepen verder uit, terwijl de representatieve functies afzwakten en de bedekkende aan betekenis wonnen. Vooral in de tweede helft van de achttiende eeuw werd het gebruik van nachtkleding meer de gewoonte, zoals blijkt uit de verbazing die mensen beving over wat vroeger en bij lageren en hogeren nog steeds enigszins gebruikelijk was. De eigen vermijding van naaktheid werd vanzelfsprekend. Naakt werd een taboe, dat waar nodig op morele en hygiënische gronden werd gerechtvaardigd. Naakt slapen is gevaarlijk, zo luidde een mening. Het ‘veroorzaakt een stremming van sappen en vogten’ en nachtkleding werd aanbevolen om ‘het aanraken der teelballen te bemoeilijken, en de schaamte te onderhouden’.Ga naar eind14 Nog duidelijker dan bij het baden lijken hier medische over- | |
[pagina 191]
| |
wegingen de morele te hulp te moeten komen. Die hulp hoeft niet met opzet misleidend te zijn geweest. De betrokkenen zelf ervoeren waarschijnlijk een afkeer van naaktheid waarin het hygiënische en morele nauwelijks vielen te scheiden. Het was én ongezond én slecht; het was dus vies. In een meer gedistantieerde kijk is het mogelijk beide te onderscheiden en bovendien de morele afkeer te doorzien als een verinnerlijkt verbod dat van anderen geleerd en afkomstig, door het individu aan zichzelf wordt opgelegd en samenhangt - zo wordt hier beweerd - met een groeiende eerbied en afstand tussen mensen, wier machtsverschillen zijn afgenomen. Deze ontwikkeling gold vooral de hogere middengroepen. Aan hen stelden de samenlevingsverbanden waarbinnen hun machtskansen stegen, de hoogste eisen van wederzijdse rekenschap en zelfcontrole. De achttiende-eeuwse idealen van ‘de rechten van de Mens’ werden vooral in deze kringen gevormd en beleden, en het geloof erin vormde één van de criteria waarmee het ‘juiste midden’ zich onderscheidde van ‘te hoog’ en ‘te laag’. In het onderling verkeer van deze middengroepen sloeg ‘de mens’, ondanks de idealen van wederzijds respect en rekenschap, toch in de eerste plaats op mannen. Zij dienden te worden gerespecteerd en vrouwen dienden dat respect op te brengen. Dienovereenkomstig moesten vrouwen hun lichaam zorgvuldiger bedekken en mochten zij zich over het algemeen slechts dan ontkleden als het naar de zin van mannen was. |