Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Deel 4
(1909)–G. Kalff– Auteursrecht onbekend
[pagina 423]
| |
[pagina 425]
| |
Het tweede en het derde geslacht.Een oogst van poëzie als wij aanschouwen in het werk van het eerste geslacht der 17de eeuw is in de geschiedenis onzer letterkunde ongeëvenaard; vergeleken met dien rijkdom schijnt de oogst der drie volgende geslachten schraal. Was de akker der volkskracht tijdelijk uitgeput? Wie zou het durven beweren, die let op den grootschen opbloei der schilderkunst? Hetzelfde tijdvak waarin verreweg de meeste auteurs dezer beide geslachten geboren worden, het eerste dertigtal jaren der 17de eeuw, geeft het aanzijn tevens aan een paar dozijn schilders die nog altijd den roem onzer kunst helpen schragen: de portretschilders Bol, Flinck, Van der Helst, Santvoort, Ter Borch; de landschapsschilders Both, Cuyp, Wynants, Jacob van Ruysdael; de zeeschilders Dubbels, Van de Velde, De Vlieger, Bakhuysen; de genre-schilders Brouwer, Ostade, Dou, Metsu; de schilders van stadsgezichten en binnenhuizen Beerstraten, Berckheyde, De Hooch; den dierschilder Paulus Potter; Rembrandt wordt in 1606 geboren, Jan Steen in 1626, de Delftsche Vermeer in 1632. Neen, een akker die zulken oogst voortbracht, was niet uitgeput; integendeel, met ander zaad bezaaid, bracht hij kostelijk gewas voort. Doch de poëtische voortbrengingskracht van ons volk was voorloopig sterk afgenomen. Onder het geslacht dat onmiddellijk op het eerste volgt, welks oudsten jongere tijdgenooten zijn der jongsten van het eerste geslacht, vindt men op een paar uitzonderingen na geen auteurs die dichterlijke individualiteit bezitten; de meesten zijn navolgers met weinig eigens. | |
[pagina 426]
| |
Ook in het derde geslacht blijft de invloed van het eerste nawerken; doch naast het ontleende zien wij daar toch het eigene rijkelijker aanwezig. Holland blijft ook nu het belangrijkst aandeel nemen in de voortbrenging van letterkundig werk; Zeeland schijnt uitgeput; in de overige provinciën: Utrecht, Gelderland, Brabant, Overijsel, Friesland en Groningen begint meer werking te komen, het zaad gaat er weliger opschieten. |
|