Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Deel 2
(1907)–G. Kalff– Auteursrecht onbekend
[pagina 300]
| |
Het Drama.Eene voorstelling geven van het drama der 15de eeuw in zijn wezen en ontwikkeling, is moeilijk, doordat van de meeste tooneelstukken wel de titels doch niet de teksten zijn overgebleven. Toch leeren titels en teksten, in verband met hetgeen wij van elders weten, ons wel zooveel, dat wij althans kunnen pogen in groote trekken dat deel onzer literatuur te schetsen. Een prijskaart der Kamer de Transfiguratie te Hasselt van het jaar 1483 geeft ons alvast een merkwaardig overzicht van de toenmalige tooneelliteratuur naar den inhoud der spelen. Wij lezen daar namelijk: ‘Item so wie tonsen taneelefeeste ende spele ons speelwijs tooghen oft bewijzen zal de alderscoonste ende beste materie, die wel spelende, van Gode, Marien, ons Heeren transfiguratiën ofte van eenighen andren sancten ofte sanctinnen, gheestelic of werelic, de toecomste des werelts ofte thende des werelts, van der blijscap des eewichs levens, ofte van der droufheit of pijnen der hellen, van den ouden testamente ofte nyeuwe, scriftuerlic, natuerlic of figuerlic, exemplen ofte poetrye, ofte alsulcke materien als elc van hemlieden begrijpen wille ofte can, thuwen wille, lanc zijnde Vc niet min VIc niet meer, nyeu ghemaect, noyt ghehoort ofte ghezien, het zy by moralisatien oft andersins, op een materie beghinnende ende op de zelve vulhendende, dit best doende zal ontfangen van ons..... enz.Ga naar eind1). In overeenkomst met hetgeen wij vroeger aangaande de ‘Ghesellen van Rethorycke’ hebben medegedeeld, vinden wij | |
[pagina 301]
| |
ook hier het geestelijk element vóór het wereldlijke genoemd en dat wereldlijk element overheerschend; de ‘poetrye’ en ‘alsulcke materien als elc van hemlieden begrijpen wille ofte can’, waarmede blijkbaar de niet-geestelijke poëzie bedoeld is, komt geheel achteraan. Toch zou deze prijskaart een verkeerde voorstelling geven van de verhouding tusschen wereldlijk en geestelijk drama, indien men geen rekening hield met een gewichtigen factor: de secularisatie van het geestelijk element die in het drama valt waar te nemen evenals in de beeldende kunst. Dat een mirakelspel als Het Sacrament van der Nieuwervaart en meer nog dat van Marieken van Nymegen een sterk wereldlijk karakter dragen, kan in dezen wel iets maar niet veel bewijzen, daar het mirakelspel uit den aard der zaak wereldlijke elementen moest bevatten. Doch ook het bijbelsch spel vande vroede en dwaze Maagden, dat waarschijnlijk uit het laatst der 15de of den aanvang der 16de eeuw dagteekent, is vrij sterk gesecularizeerd. Bij gemis aan de noodige stukken uit verschillende deelen der 15de eeuw kunnen wij de secularizatie van het geestelijk drama niet in hare ontwikkeling volgen en toonen; doch het feit zelf valt bezwaarlijk te loochenen. Anderzijds moet men niet uit het oog verliezen dat die secularizatie vermoedelijk langzaam te werk ging, en vooral: dat het oude ook hier naast het nieuwe zeer lang is blijven bestaan. Het Latijn, de taal van het oude liturgisch drama, heeft de volkstaal naast zich zien opkomen; waarschijnlijk had het Dietsch als taal van het drama gedurende de eerste helft der 15de eeuw het Latijn langzamerhand overvleugeld. Toch wordt nog in 1457 te Utrecht o.a. door eenige hoogere geestelijken, blijkbaar in het Latijn een kerstmis-spel vertoond, waarmede een profeten-spel verbonden was; toch wordt nog in 1496 te Delft een spel van de verrysenis vertoond dat in het Latijn was geschrevenGa naar eind2). Het verband | |
[pagina 302]
| |
tusschen kerk en tooneel blijft zichtbaar ook in de vertooningen (waarschijnlijk ‘levende beelden’) die in 1477 te Leuven onder de mis en in 1515 te 's-Hertogenbosch op S. Jans kerkhof onder het sermoen plaats vondenGa naar eind3). Zichtbaar was dat verband eveneens in de tallooze ommegangen waarin een of ander ‘spel’: een ‘tableau-vivant’, zwijgend of sprekend, op een wagen vertoond werd. Wanneer wij b.v. in een charter van 1517 lezen dat Sint Jacobs broederschap te Leiden met haar ‘spul’ zal deelnemen aan den ommegang van O.L. Vrouwe, dan zullen wij aan een dergelijk wagenspel te denken hebbenGa naar eind4). De secularizeerende strooming valt voorts te onderscheiden in de zich wijzigende keus der plaatsen waar men speelde. Ja, men bleef nog altijd hier en daar spelen in de kerk en eerst in 1541 vind ik een bewijs dat men daarvan afkeerig wordt. Wij lezen namelijk: ‘Ende is oeck rypelick gesloten metten gemeynen broeders, dat die voirsz. scaepherderkens hoer spul niet meer en sellen spelen int choer van der bruederscap onser liever Vrouwen, mer sellen spelen daer buten voer het choer voirsz. in de kercke’Ga naar eind5). Doch daartegenover staat meer dan één bewijs, dat door de geestelijkheid buiten de kerk gespeeld wordt. Zoo vertoonen ‘de deken van Oudenburch ende andre zijne medeghesellen’ in 1433 op de markt aldaar des Heeren verrijzenisGa naar eind6). Te Leuven wordt in 1490 door de Capellanen op de markt een spel van de Drie Koningen vertoondGa naar eind7). Wanneer wij nu ten slotte de verschillende soorten van spelen nagaan die gedeeltelijk ook reeds voor het besef onzer voorouders als verschillende soorten bestonden, dan zullen wij zien, hoe ook daar naast het geestelijk element het wereldlijke zijn plaats heeft en hoe, evenals in de beeldende kunst, het algemeen menschelijke meer en meer op den voorgrond komt. Dikwijls werd een stuk aangeduid door eenvoudig den inhoud te noemen, b.v.: Van de passye ons Heeren; van den verloren | |
[pagina 303]
| |
sone. De meest gewone en algemeene naam echter was spel. Zoo b.v.: Tspel vanden wijngaert, tspel vande zeven rouwen. Ook wordt een tooneelstuk wel eens historie of legende genoemd. Gewoonlijk had men bij deze benaming het oog op een heiligenspel; zoo lezen wij van de Historie van Susanna, de Legende van Sinte Corijn, de Legende mijns heeren Sinte Joris, de Historije van Sente Gommaren. Stukken als die over de vier Aimonskinderen en van den wijghe van Ronchevale die wij onder de historische zouden rangschikken, hadden volgens onze voorouders waarschijnlijk niet hetzelfde recht op den naam historie als de, h.i. ontwijfelbaar ware, verhalen over Suzanna en Sinte Gommare; de rethorijkers der 15de eeuw zullen deze stukken met die van Gryselle en van Floris en Blanchefleur onder de ‘poetrye’ hebben gerangschikt. Misterie als naam van een geestelijk of bijbelsch tooneelstuk was, voorzoover ik weet, in de 15de eeuw niet in zwang; wel de verwante uitdrukking spel van misteriën. In 1469 wordt gewag gemaakt van lieden te Veurne ‘spelende ende toghende in de processie een spil van misteriën’Ga naar eind8). Het woord misterie beteekent hier blijkbaar een vertooning van godsdienstig karakter. In dien zin wordt het ook gebruikt in eene beschrijving der vertooningen te Gent in 1458; nadat de groote stellage ‘up den Poel’ (‘le Marais’) beschreven is, vervolgt de schrijver der Vlaamsche kroniek: ‘de misterye diere upstont was dusdanich’: daarna volgt de beschrijving van hetgeen de hoogste ‘stagie’ te zien gafGa naar eind9). Naar het schijnt, bracht men in het laatst der 15de eeuw het woord misterium in verband, niet met het Latijnsche ministerium (dienst of verrichting), maar met het Grieksche μυστήριον (geheime godsdienstige leer). Een woordenboek van het laatst der vijftiende eeuw verklaart het woord ten minste als: ‘een verholen gheestelicheyt’; doch misschien hebben wij hier te doen met kwalijk aangebrachte | |
[pagina 304]
| |
geleerdheidGa naar eind10). In allen gevalle ziet men uit de vermelde voorbeelden wel, langs welken weg het woord misterie tot zijne latere beteekenis van ‘godsdienstig of bijbelsch tooneelstuk’ is gekomen. Min of meer op diezelfde wijze ging het met de benaming moraliteit voor een tooneelstuk dat strekken moest de zedelijke ontwikkeling van het publiek te bevorderen. De stad Brugge legde in 1465 aan Anthonis de Roovere een jaarwedde toe ‘omdat hij menighe ghenoughte van spelen van goeden moralitheden ende van anderen eerbaren esbatementen ghedaen ende ghespeelt hadde’Ga naar eind11). Hier heeft het woord blijkbaar nog de algemeene beteekenis van zedeleer waarin het ook vroeger, o.a. bij Boendale, voorkomt. Doch reeds in 1450 wordt gewag gemaakt van gezellen ‘die eene moraliteit up eene waghene speilden’Ga naar eind12). Daar heeft het woord dus reeds de beteekenis van tooneelstuk, eene beteekenis die wel niet buiten den invloed van het Fransche moralité zal ontstaan zijn. Een onzer oudste moraliteiten, de Spieghel der Salicheit van elckerlyc Mensche, uit het laatst der 15de of den aanvang der 16de eeuw, heeft den mensch tot hoofdpersoon. Een andere uit dienzelfden tijd Van Nyeuvont, loosheit ende practike verplaatst ons midden in het maatschappelijk leven van dien tijd. Daar is de weg reeds zichtbaar, welken de moraliteit zal volgen: de weg die van het geestelijk naar het wereldlijk drama leidt. Licht begrijpelijk is, dat wij juist in de moraliteit dien overgang waarnemen. De Rethoryckers immers, leekenvereenigingen met een half geestelijk half wereldlijk karakter, waren als aangewezen dien overgang in hun werk te voltrekken; de moraliteit, die het geestelijke en het wereldlijke in haar wezen omvatte, was juist geschikt om als schakel tusschen beide te dienen. Hetzelfde ruime karakter als de moraliteit had, althans in den aanvang, ook het esbatement. | |
[pagina 305]
| |
Van een troep apen die op een Bourgondisch hoffeest in 1468 een slapenden koopman zijne kammen, spelden en spiegels afnemen, om ze aan de jonkvrouwen te brengen, zegt de oude kroniekschrijver: ‘hetwelke een zeer zot esbatement was’Ga naar eind13). Anderzijds wordt in een Gentsche stadsrekening van 1442 gesproken over de ‘ghesellen vander conste’ die een ‘esbatement dat ons Here ghecrust was op den goeden Vrindach’ vertoonenGa naar eind14). Doch gewoonlijk wordt met esbatement een vertooning van vroolijken aard aangeduid, al is het woord cIute daarvoor ook reeds in zwang. De hierboven geschetste indeeling van het drama der vijftiende eeuw, op zich zelf reeds navolgenswaardig als afkomstig van de auteurs zelf of hunne tijdgenooten, schijnt ons logisch en eenvoudig. Wij zullen haar daarom volgen bij ons overzicht. |
|