Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Deel 2
(1907)–G. Kalff– Auteursrecht onbekendG. Kalff, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Deel 2. J.B. Wolters, Groningen 1907
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 3183 C 19
algemene opmerkingen
Dit bestand is, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van het tweede deel van Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde van G. Kalff uit 1907.
redactionele ingrepen
p. 14: dramawerd → drama werd, ‘Dat drama werd opgevoerd aanvankelijk door’
p. 124: Dibc Potter → Dirc Potter, ‘Dirc Potter maakt nog in’
p. 157: de tekst bij de noten 30 en 31 heeft in de lopende tekst geen nootverwijzingen. Wij veronderstellen dat de eerste noot op p. 131 en de tweede op p. 133 hoort en hebben deze daarom op die pagina's ingevoegd.
p. 159: noot 56 had in de lopende tekst geen nootverwijzing. Wij hebben deze noot op p. 146 alsnog geplaatst. Nootverwijzing 54 op p. 146 is gewijzigd in 57.
p. 175: onde liederen → oude liederen, ‘fraaiste en meest ontroerende onzer oude liederen,’
p. 219: noot 24 had in de lopende tekst geen nootverwijzing. Wij hebben deze noot op p. 185 alsnog geplaatst.
p. 234-236 en p. 281: de gedichten, die naast elkaar stonden, zijn onder elkaar geplaatst.
p. 246: Leekelíederen → Leekeliederen, ‘b. Leekeliederen.’
p. 271: noot 68 had in de lopende tekst geen nootverwijzing. Wij hebben deze noot op p. 265 alsnog geplaatst.
p. 288: noot 6 had in de lopende tekst geen nootverwijzing. Wij hebben deze noot op p. 275 alsnog geplaatst.
p. 323: eneu → enen, ‘onse lieve vrouwe enen smit, die’
p. 323: vronwen → vrouwen, ‘die hi onser liever vrouwen bewijst’
p. 326: daaaop → daarop, ‘Met het oog daarop zou men het spel’
p. 378: noot 30 had in de lopende tekst geen nootverwijzing. Wij hebben deze noot op p. 367 alsnog geplaatst.
p. 386: Sintc Elizabeth → Sinte Elizabeth, ‘Sinte Elizabeth; die historie, die ghetiden’
p. 454: noot 2 had in de lopende tekst geen nootverwijzing. Wij hebben deze noot op p. 426 alsnog geplaatst.
p. 459: fn Erfurt → in Erfurt, ‘Wij vinden hem in Erfurt omstreeks’
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, VI, 64 en 536) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. I)]
Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde.
[pagina ongenummerd (p. III)]
Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde
door
G. Kalff,
hoogleeraar aan de Rijks-universiteit te Leiden.
Tweede deel.
Te Groningen bij J.B. Wolters, 1907.
[pagina ongenummerd (p. IV)]
Stoomdrukkerij van J.B. Wolters.
[p. 1]
Inhoud.
Boek II.
(Vervolg en slot).
Blz. | |
Oorsprong en Eerste Ontwikkeling van het Drama | 3 |
(Van den Winter ende van den Zomer, Abele Spelen, Sotternieën. De Opvoering) | 18 |
Boek III.
Volkskunst.
Inleiding | 65 |
Ghesellen van der Rethorycke en Beroepsdichters | 77 |
(1. Ghesellen van der Rethorycke. | |
2. De edele conste der Rethorycke. | |
3. Beroepsdichters). | |
Tusschenspel. Schoonheids ‘Blide Incomste.’ | 112 |
(Het Natuurgevoel. Muziek. Zang. Dans). | |
De Lyriek | 130 |
(Refereinen. Int Vroede. Int Amoureuze. Int Zotte. Liederen. 1. Het wereldlijk Lied. 2. Het Geestelijk Lied. Over de wording en de makers der Liederen). | |
Tusschenspel (vervolg) Schoonheids ‘Blide Incomste.’ | 290 |
(Schilderkunst en Beeldhouwkunst). |
[p. 2]
Het Drama | 300 |
(1. Het geestelijk Drama. Mysteriespelen. Heiligen- en Mirakelspelen. Overgang tot het wereldlijk drama. Moraliteiten. Het komisch element. | |
2. Het wereldlijk Drama. Kluchten en Tafelspeelkens. De opvoering). | |
Het Proza | 380 |
(1. Vertalingen en Bewerkingen. | |
2. De Moderne Devotie en hare geschriften. | |
3. Overige prozawerken. (Johannes Brugman)). | |
Het Literair Leven | 483 |
Overgang tot den Nieuwen Tijd | 497 |
Besluit | 527 |
Alphabetisch Register | 531 |