Voorrede.
Eene derde uitgaaf van deze Geschiedenis! Ik had die nauwelijks durven verwachten. En zoo ik er mij in verheug, dan is het vooral, omdat ik daardoor in staat gesteld werd het werk nogmaals aan eene geheele herziening te onderwerpen. Ik ben meer dan iemand, meer dan de scherpste mijner critici, bewust, hoeveel gebreken het boek, ook na de omwerking, die het in den tweeden druk onderging, nog aankleefden. Als men ouder wordt en wezenlijk naar waarheid streeft, kan men voor zoo iets niet blind zijn, en ijdelheid of zelfbegoocheling krimpen meer en meer in.
Deze nieuwe uitgave zal doen zien, dat ik de feilen, die mij zijn aangetoond, dat wil zeggen, die ik als zoodanig heb leeren inzien, ook heb verbeterd, onverschillig door wien, of op welken toon, ze mij waren voorgehouden. En ik heb nog heel wat meer fouten verholpen dan mij waren aangewezen.
Vooreerst heb ik begrepen deze uitgave vollediger te moeten maken dan de twee vorige, vooral met betrekking tot de XIXe eeuw. Ik heb niet alleen getracht het verhaal bij te werken tot op onze dagen, maar ook daar den draad duidelijker aan te wijzen, die toch door onze meer en meer subjectieve kunstwerken loopt.
De duidelijkheid van voorstelling moest, dacht mij, ook winnen door eene andere inrichting van sommige deelen van het werk. De geschiedenis der XVIIe eeuw onderging dan ook eene tamelijk ingrijpende wijziging.
De geest, waarin het werk geschreven werd, is ook sedert den eersten druk allengs veranderd. Meer en meer bleek, dat er nog te veel onzekers en onbewezens in onze Letterkunde gevonden wordt, om te kunnen volstaan met eene voorstelling van zaken naar mijn inzicht. Zoo ik mij doorgaans onthouden heb van breed uitgemeten polemiek, ik heb toch in het ‘beredeneerd verhaal’ niet altijd kunnen vermijden bij tegenwerpingen stil te staan of wat meer bewijzen aan te voeren dan oorspronkelijk in mijn plan lag. Het boek is daardoor misschien wat meer een studie- dan een leesboek geworden. Dit kon wel niet anders; maar het zou mij spijten, als ik zoodoende niet geschreven had voor alle klassen van lezers; niet voor hen, die, zonder zich tot een examen voor te bereiden, toch naar wat meer dan een oppervlakkig overzicht van onze letterkunde verlangen.
Eindelijk heb ik nog eene verandering aangebracht, waardoor het boek meer