3.4 Torenherstel 2001
In 2001 werd de gehele toren in opdracht van de gemeente Amsterdam rondom in de steigers gezet voor een grote onderhoudsbeurt. Architect W. Kramer had de leiding van deze werkzaamheden. Daarbij was het mogelijk een aantal waarnemingen aan de buitenzijde te doen. Met name de balustrade rond de eerste omgang aan de voet van de houten lantaarn en de consoles daaronder konden worden bekeken.
Het betreft hier werkzaamheden die vermoedelijk in 1861 zijn uitgevoerd. Het metselwerk onder de balustrade werd toen aan de buitenzijde geheel verwijderd. De consoles onder de omgang werden vervangen door holle gietijzeren elementen die ca. 30 centimeter in het metselwerk steken en aan de achterzijde dwars uitstekende einden hebben (afb. 741). De profilering aan de bovenzijde van de consoles is alleen aangebracht over het gedeelte dat buiten het muurwerk uitsteekt. De gietijzeren ‘bakken’ zijn gevuld met baksteenmetselwerk en de muur is geheel hersteld in een baksteen die iets kleiner en enigszins harder is dan die van de ommanteling van 1738. Op de consoles rust een dikke en zeer brede plaat Bentheimer zandsteen. Daarop staan de zandstenen balusters. Een gedeelte daarvan werd aan de bovenzijde voorzien van een ingezet stuk dat afkomstig moet zijn van de balustrade van 1738 (afb. 742). Over de balusters loopt een doorgaande horizontale bronzen staaf die het geheel aan elkaar koppelt. Daarboven is de zandstenen handlijst aangebracht. Op elke hoek staat een gietijzeren obelisk.
Het steenhouwwerk van 1738 is uitgevoerd in een lichte Bentheimer zandsteen die met een zeer fijne slag bewerkt is. Het 19de-eeuwse steenhouwwerk is van een Bentheimer die erg zwart verweerd is en van een zeer grove beitelslag voorzien werd.
In de galmgaten is aan de binnenzijde de Naamse steen van 1565 te zien waartegen aan de buitenkant zandstenen omlijstingen zijn aangebracht. De dikte daarvan wisselt en is afhankelijk van de dikte van de ommanteling van 1738 (afb. 491).
Op een aantal plaatsen is het metselwerk gerepareerd in de hierboven aangeduide paarse baksteen.
Hier en daar vertonen zich scheuren die te wijten zullen zijn aan werking van het metselwerk van de mantel ten opzichte van de kern van de toren. De algemene toestand is redelijk stabiel en nergens verontrustend.
Geconstateerd werd dat de ommanteling van de torenromp bij de herstellingen in 1738 niet geheel rechthoekig is uitgevoerd. Met name aan de zuidzijde wijkt de lijn aan de zijde van de kerk iets uit.
Bij de restauratie, die in december 2001 afgerond werd, is het stadswapen in het tweede lid in kleur geschilderd. Bij de reeds bestaande jaartallen werd 2001 aangebracht.