740 Aanbrengen van vochtscherm bij Hamburgerkapel; 1996. Arch, bureau J. van Stigt.
De leidekker had vanaf het begin van de vorige restauratie tegen de topgevels in de Rijndekking kleine losse loodstukjes aangebracht om het water van de gevel op het dak te leiden. Deze zogenoemde schutschootjes bleken echter uit de specie gezakt te zijn en werden door degelijke loodslabben vervangen.
Op de zolders zijn brandwerende schotten gemaakt om zo het snel overslaan van een eventuele brand moeilijker te maken. De brandblusinstallatie werd in secties verdeeld om een effectiever brandbestrijding te bewerkstellingen. Er werden detectoren toegevoegd die hitte, rook en onverwachte schokbewegingen registreren.
De oostgevel van het Snijderskoor bleek werking te vertonen door de ongelijke belastingen in deze wankele constructie. Men heeft de stabiliteitsjukken die in 1946 zijn aangebracht, voldoende gevonden en heeft zich beperkt tot het dichtzetten van scheuren met een flexibele kunsthars.
De boog en de tracering van het grote zuidelijke venster van de Sint-Sebastiaanskapel waren bij de vorige restauratie opnieuw aangebracht. Daarbij is het baksteenmetselwerk geheel blijven staan en is de nieuwe boog daarin geplaatst. Het gevolg is geweest, dat het nieuwe venster niet belast werd door het baksteenwerk en los kwam te staan. Door het injecteren van de naden werd het euvel verholpen. Ook het voorzetglas verleent extra stevigheid.
In de goten van de kooromgang waren geen scheidingen aangebracht, waardoor scheuren optraden. Thans zijn broekstukken aangebracht. Ook het loodwerk van de hoge kappen is waar nodig herzien. Bij het zuiderportaal zijn koperen dilatatiestrippen in het lood aangebracht.
Rondom de kerk is tegen de ombouwing een voorziening aangebracht om hemelwater (en manlijk afvalwater!) van de gevels naar buiten te voeren, zodat het water niet in de kerkmuren kan dringen. Hiertoe is een 70 centimeter diepe en 80 centimeter brede sleuf langs de gevels gegraven. Tegen de muur werd een drainmat van kunststof aangebracht die schuin naar buiten is gelegd. Buiten de mat is op ca. 50 centimeter diepte een drainageleiding aangebracht (afb. 740).