De Oude Kerk te Amsterdam
(2004)–Herman Janse– Auteursrechtelijk beschermdBouwgeschiedenis en restauratie
1.5 Aanbouwen van het hallenschipHet eerste zuiderportaalPlaats en vormAan de zuidzijde van het hallenschip werd tegen de vijfde travee, gerekend vanaf het westen (travee 57-58), een portaal gebouwd. Delen ervan zijn tijdens de restauratie teruggevonden[b12:7]. De muren waren onder de plintband 96 centimeter dik (4 steen), het opgaande werk boven de waterlijst is 60 centimeter dik (2½ steen). De oost- en westmuur werden gelijk opgetrokken met de steunberen 57 en 58[b17:1]. De ruimte had in zuidelijke richting een inwendige maat van bijna vijf meter (afb. 37). Ook in oost-westelijke richting had het portaal dezelfde maat. De huidige scheidingsmuur tussen de Smidskapel en de Huiszittenkapel liet na het ontpleisteren tot ongeveer 7 meter boven het oorspronkelijke vloerniveau de westelijke muur van het portaal zien (afb. 38). In de Huiszittenkapel is in de oostwand een natuurstenen lijst | |
[pagina 45]
| |
37 Plattegrond eerste zuiderportaal. Schaal 1:150.
38 Westwand Smidskapel met muur eerste zuiderportaal (links) en oostwand Huiszittenkapel met dakmoet en muur Huiszittenmeesterskamer (rechts). Schaal 1:150.
die onder de neus een eenvoudige uitholling heeft. Ook die behoorde oorspronkelijk tot het zuiderportaal. In de oostzijde van steunbeer 58 tekent zich aan de oorspronkelijke binnenzijde van het portaal nog de moet van een stenen gewelf af. Dat was in de steunbeer van het hallenschip ingehakt en heeft zijn aanzet op circa drie meter boven de vloer gehad. De top van de inkassing moet op bijna 6 meter hoogte gelegen hebben. Aan de hand van de beschikbare gegevens is niet meer uit te maken welke vorm dit gewelf heeft gehad. Het meest aannemelijk is dat het een kruisribgewelf is geweest. Deze veronderstelling wordt versterkt door de plattegrond, die exact een vierkant is. Midden onder de top van de muraal van het gewelf is een oculus aangetroffen met een diameter van 80 centimeter in de dag. Het middelpunt ligt ongeveer een meter onder de top van de gewelfinkassing. Er zijn aanwijzingen van glas-in-lood en een horizontale bindroede in het midden gevonden. Daar waar de zuidzijde van de zuidelijke steunbeer op de zuidwestelijke hoek van het portaal wordt opgesloten in de muur van de latere Huiszittenkapel was een aantal natuurstenen hoekblokjes zichtbaar. | |
[pagina 46]
| |
39 Plattegrond eerste noorderportaal. Schaal 1:150.
Dit eerste zuiderportaal had geen zij-ingangen in tegenstelling tot het noorderportaal. Waarschijnlijk heeft in het portaal een houten balklaag gelegen. Daarboven was een overwelfde ruimte die zal hebben gediend als brandvrije bergplaats voor waardevolle zaken, zoals geschreven stukken, boeken en kostbaarheden. Een brief van Graaf Willem VI uit 1413 berustte ‘in Sint-Nicolaus Kercke’ bij de andere handvestenGa naar eind50. Op 31 januari 1495 (=1496!) wordt in een acte de ‘liberaria antique ecclesie parochialis St. Nicolay’ genoemd, de oude boekerij dusGa naar eind51. In 1498 wordt een ruimte ‘het Secreet’ genoemdGa naar eind52. In datzelfde jaar ‘es boven in de oude kerck bij de hantvesten gebrocht een brief van privilegie’. Wellicht betreft dit de ruimte boven het oude zuiderportaalGa naar eind53. De charterkast die later in de IJzeren Kapel een plaats zou krijgen, moet al in 1467 bestaan hebben[32]. Vermoedelijk heeft het gebouwtje aan de zuidzijde een topgevel gehad. Het is niet bekend of het dak aan de kerkzijde een schild had zoals het noordwestelijke portaal van de Grote of Sint-Nicolaskerk te Monnickendam, of dat het dak tegen de zuidmuur van het hallenschip doorliep. In het laatste geval was een venster blind of later dichtgemetsteld. De baksteen van de fundering van de zuidmuur komt vrijwel overeen met de muren van het hallenschip. Het formaat van de bakstenen in de westmuur bovengronds is iets kleiner. | |
DateringDe bouwtijd van dit portaal ligt tussen die van het hallenschip en het midden van de 15de eeuw. Het steenformaat maakt een bouwtijd in het eerste kwart van de 15de eeuw aannemelijk. | |
Latere bouwactiviteiten1515: afbraak portaal voor de bouw van de Smidskapel. De westelijke muur, die een deel vormde van de scheiding met de Huiszittenkapel, bleef behouden. De archiefruimte werd vervangen door een nieuwe aanbouw in de hoek tussen Sint-Sebastiaanskapel en Smidskapel. In de Smidskapel bleef een houten galerij achter als restant van de balklaag. | |
Nog zichtbaar deelIn de muur tussen de Smidskapel en de Huiszittenkapel bevindt zich nog een groot deel van de westmuur van het eerste zuiderportaal. Voor een deel gaat die schuil achter de traceringen van de beide blindvensters. | |
Het eerste noorderportaalPlaats en vormIn de eerste helft van de 15de eeuw werd ook aan de noordzijde van het hallenschip tegen de vijfde travee, gerekend vanaf de westzijde (travee 35 - 36), een portaalgebouw opgetrokken. In 1440 wordt een altaar genoemd bij de noorderdeur[b11:71]. Ook geschreven bronnen bevestigen dat dit gebouwtje het noorderportaal was[59-1:21]. In de bodem was in 1955 de fundering van de oostmuur nog aanwezig (afb. 39). Het onderste deel van de noordwand bevond zich onder de latere noordgevel van de Weitkoperskapel. De westelijke muur is nog vrijwel geheel aanwezig in de scheiding tussen de Binnenlandvaarderskapel en de Weitkoperskapel (afb. 36). De westwand is ‘koud’ tegen steunbeer 35 gebouwd en laat daarvan aan de buitenzijde een steen vrij. De kop van de steunbeer stak boven het portaal uit. Aan de zijde van de Binnenlandvaarderskapel geeft een blok natuursteen nog de plaats van de gootlijst aan. Het later gepleisterde metselwerk eronder was zwart aangeslagen en keurig gevoegd. Hieruit kan worden opgemaakt dat we hier met het oorspronkelijke buitenwerk te maken hebben. Op 4,5 meter boven het oorspronkelijke vloerniveau springt de muur aan de binnenzijde van het portaal een halve steen in. Daarboven wordt de wand aan de binnenzijde afgesloten door twee bogen van totaal een steen diep, die in het midden rusten op een geornamenteerde kraagsteen (afb. 40 en 41). De muur is beneden 46 centimeter dik en boven de versnijding slechts 34 centimeter. Daarom kan worden aangenomen dat de bovenste ruimte niet in steen overwelfd is geweest. Zware muren en steunberen, noodzakelijk om de grote zijdelingse druk van een stenen gewelf op te kunnen nemen, ontbreken. De ruimte zal in hout overdekt zijn geweest. Wel waren er op de beide noordelijke hoeken twee kleine steunberen, waarvan de funderingspalen werden teruggevonden. In de westgevel was bij de noordelijke hoek een poortje, | |
[pagina 47]
| |
40 Westwand eerste noorderportaal met boogjes;1952. RdMz
41 Westwand eerste noorderportaal tijdens restauratie; 1956. HJ
42 Poortje aan de westzijde eerste noorderportaal, binnenzijde; 2000. HJ
43 Poortje aan de westzijde eerste noorderportaal, buitenzijde; 2000. HJ
waarin aan de binnenzijde een deur heeft gezeten (afb. 42 en 43). Eén van de duimen waarop deze had gedraaid, is nog aanwezig. De pleisterlaag liep in de dagkant door buiten de deur tot aan de schuine kant aan de buitenzijde. Dit poortje was stellig niet de hoofdingang van het portaal. Die zal zich in de noordelijke muur hebben bevonden. Een dergelijke kleine toegang in een zijgevel van een portaal, dicht bij de gevel waarin zich de hoofdingang bevindt, komt meer voor, onder andere aan de kerken te Edam, Brouwershaven en Tholen. Het doel ervan zal zijn geweest om bij sterke wind of felle koude de hoofddeuren gesloten te kunnen houden, zodat de luchtstroom niet in een rechte lijn de kerk kon binnendringen. Een ruimte boven de doorgang naar de kerk treft men op meer plaatsen aan, zoals aan de Sint-Nicolaaskerken van Monnickendam en Edam. Beide kerken bezitten aan één van de portalen een in hout overwelfde bovenruimte waarin een stookplaats was. Dit wijst erop dat de ruimte gebruikt werd voor doeleinden die een langduriger verblijf daar nodig maakten. Men kan hierbij denken aan een vergaderruimte of iets dergelijks. Gezien de wandindeling met bogen zal ook de bovenste ruimte van het oude noorderportaal van de Oude Kerk een dergelijke bestemming hebben gehad. De ruimte was waarschijnlijk met een houten plafond of tongewelf overdekt. Er is wel eens de veronderstelling geuit dat het een vergaderruimte voor de kerkmeesters is geweest[b22:51]. Vermoedelijk heeft het gebouwtje aan de noordzijde een topgevel gehad. Het is niet bekend of het dak aan de kerkzijde een schild had of dat het dak tegen de zuidmuur van het hallenschip doorliep. In het laatste geval was een venster later dichtgemetseld. De bakstenen zijn 20,5 tot 21,5 centimeter lang, kleiner dan die van het zuiderportaal. | |
[pagina 48]
| |
44 Fundering met eiken roosterwerk van de voormalige Huiszittenmeesterskamer; 1973. RCN
| |
DateringOmdat de gebruikte bakstenen kleiner zijn dan die van het hallenschip en het zuiderportaal kan worden aangenomen dat het portaal aan de noordzijde later tot stand kwam dan dat aan de zuidzijde. Het zou uit het tweede kwart van de 15de eeuw kunnen dateren. | |
Latere bouwactiviteiten1485: begin bouw van de Weitkoperskapel aan de oostzijde, gelijk met de Sint-Joriskapel. 1506: voltooiing van de Weitkoperskapel, waarvoor het portaal werd afgebroken. Daarbij bleef de westelijke muur behouden en bleef een deel van de balklaag boven de portaalruimte als galerij bestaan. | |
Nog zichtbaar deelIn de muur tussen de Weitkoperskapel en de Binnenlandvaarderskapel bevindt zich nog de gehele westelijke muur van het eerste noorderportaal. | |
HuiszittenmeesterskamerVanaf 1375 was aan de Huiszittenmeesters de zorg toevertrouwd voor de behoeftigen die niet in een tehuis waren ondergebracht. Zij hebben van oudsher in de Oude Kerk kantoor gehouden[72-1:54]. In 1473 wordt melding gemaakt van het ‘huyssittenhuystgijn in die Oude kerc[66:15]. Daar vonden uitdelingen plaats van levensbehoeften. Aan de zuidzijde van het hallenschip is aan de westzijde van steunbeer 58 op het aansluitende deel van de muur van het eerste zuiderportaal de moet gevonden van een lessenaardak (afb. 38). De dakhelling bedroeg 45°. Op drie meter ten zuiden van de hallenkerk is bovendien in 1973 de houten fundering gevonden van een muur die evenwijdig loopt aan de as van de kerk. Beide restanten zijn onderdelen van het vertrek van de Huiszittenmeesters, dat hier gebouwd is nadat het portaal tot stand gekomen was en voordat in 1503 de Huiszittenkapel werd gebouwd (afb. 44). |