8. Mansardedak
De Franse architect François Mansard (1598-1666) ontwikkelde een gebroken dakvorm, waarbij de onderste dakvlakken vrij steil staan en de beide bovenste dakvlakken een geringe helling hebben.
Met opzet wordt hier niet gesproken van Mansardspant. Het gebroken of Mansardedak kan zowel ondersteund worden door een spantconstructie, die verwant is aan het Hollands spant (afb. 638), als door schenkelspanten (afb. 639). De dakhuid wordt daar naar believen omheen aangebracht. Doordat de onderste dakvlakken steiler staan dan bij de traditionele dakvormen is er op zolder meer ruimte. In Frankrijk is een mansarde een woonruimte, die in een Mansardedak is ondergebracht.
Het Mansardedak bood bij kleine woonhuizen ook de mogelijkheid aan de voorzijde een borstwering te maken en daar ook een dakkapel aan te brengen, zodat er een slaapkamer ingericht kon worden. Aan de achterzijde werd dan een dakvlak tot vloerhoogte gemaakt. De bruikbaarheid en het aanzien werden hierdoor verbeterd (afb. 640).
Het is mogelijk op de knik van het dak aan de binten van de kapspanten een geprofileerde lijst te bevestigen, omdat de dakknik in een pannendak, zeker toen er nog geen machinaal vervaardigde dakpannen waren, moeilijkheden opleverde (afb. 641).
638. Schema van Mansardedak met Hollands spant.
639. Schema van Mansardedak met schenkelspant.
640. Asymmetrisch Mansardedak. Voorzijde met borstwering, achterzijde dakvoet op vloerhoogte.
641. Gedeeltelijke doorsnede over Mansardedak met geprofileerde lijst op dakknik.