4. Veelzijdige kappen
In de 14de eeuw zijn een aantal kappen van burgerlijke bouwwerken uitgevoerd als schilddak. Aan de beide einden van het dak op de rechthoekige plattegrond is dan een driehoekig dakschild. Voorbeelden daarvan zijn: het stadhuis van Haarlem, het stadhuis van Dordrecht en kastelen, zoals Loevestein.
Op stadspoorten, kerkportalen, kapellen en verwante gebouwen of ruimten met een nagenoeg vierkante of veelzijdige plattegrond, werden kappen gebouwd, die rond één of twee makelaars of koningstijlen werden geconstrueerd. Voor iedere situatie werd door de timmerlieden een aparte oplossing bedacht. Hiervan worden enkele voorbeelden behandeld.
De omstreeks 1300 gebouwde toren van de kerk te Oudewater (U.) heeft een zadeldak uit de bouwtijd, dat gedragen wordt door twee gebinten met hoge kromme stijlen (afb. 468). De kap heeft ook twee makelaarflieringen. De gespannen hebben drie hanebalken, waarvan er twee op de hanebalkflieringen liggen. Aan de voet heeft iedere span of spoor een standzoon, die rust op een blokkeel.
De kap heeft aan de beide korte zijden een afschuining, een wolfeind. Daardoor ontstonden driehoekige dakvlakken, waarvan de voeten ter hoogte van de flieringen over de kromstijlgebinten liggen. Op het punt in de nok, waar aan weerszijden (in dit geval de zuid- en de noordzijde) drie dakvlakken bij elkaar komen, is een koningstijl geplaatst, die rust op de onderste hanebalkfliering. Het gespan op die plaats is versterkt met korbelen en standzonen, die langs de muur tot op de versnijding ter hoogte van de zolderbalklaag doorlopen.
De bovenste hanebalkfliering is in de beide koningstijlen gepend en loopt aan weerszijden door tot het wolfseind. In het midden wordt de hanebalkfliering nog eens ondersteund, door een standvink. Het bijbehorende gespan heeft ook korbelen en doorlopende standzonen, maar geen makelaar.
Uit het eerste kwart van de 14de eeuw dateren de kappen van twee poorten in Zierikzee, de Nobelpoort en de Zuidhavenpoort. De eerste is vrijwel ongeschonden en heeft een zeer interessante opbouw (afb. 469). Het rechthoekige gebouw wordt gedekt door een schilddak met een korte nok. Op de beide plaatsen, waar de nok eindigt is een koningstijl aangebracht. Een schaargebint passeert die koningstijl halfhouts. In de stijl is haaks op het hoofdspant een half schaargebint gepend. De schaargebinten dragen aan iedere zijde twee flieringen. Daarop liggen blokkelen, die wederom schaargebinten dragen, wederom met een dubbele fliering. Daarboven draagt de koningstijl