Oeuvres complètes. Tome X. Correspondance 1691-1695
(1905)–Christiaan Huygens– Auteursrecht onbekendNo 2789.
| |
[pagina 397]
| |
aldus gemaakt zijnde te weten aedfa de muur daar het hockie tegen aangemaakt is, en abcda is de supervlackte van ditto hokie, zijnde wel waar, dat dese plancken zoo hoogh niet opgetrocken zijn tot de solderingh toe die hier wel 14 a 15 voet van de grond af te rekenen hoog worden gemaakt, gelijck wel in de schepen die ontrent 6 a 7 voet in de cajuijt verdiepingh alleen hebbende, is geschiet, daar men het hockie romme en tom tot tegen de solderingh heeft afgeschoten en schoon genomen daar waren aan de caap zodanige langen plancken geweest om sulx te doen, hoe wel daarvan geen blijk heb.e gesien; men soude wederom verlegen hebben geweest omze telkens op te winden, omdat men der immers niet can bijrijken en darom vond ik alleen goet het hockie zoo hoog te betrecken dat mender bequaam kon in en uijt komen om het geener aan verricht moest werden te konnen uytvoeren en heb het toen met dubbelt zijldoek de oppervlackten bfdcb beklcet; ook zoo was ditto hockie pal en vast genoegh met crammen en weerhaken aan de muur vast gehecht; doen heb ik twee balkies gh, ik eens deels op de Rand bc met spijkers in geheit, anders deels aan de Eyndens g, f wel ter degen in de muur ae vast gehecht, niet vergetende alvoorens te Letten offze wel horizontaal waren vast gemaakt, toen de beugels daar onder aan geschroefft en opgehangen als UEdle instructieGa naar voetnoot3) is Luijdende en ook wel in mijn Journaal veeltijts aangehaalt is. De ongelijcke Loop die ze aan de caap en op de werom Reyze gehad hebbe daar van meen ik dat UEd.le achtb. veele beweijzen in de Journalen te zijn; als UEd.le maar de selfde gelieft in te zien in de Toevallen der Horologien, aldaar sult UEd.le connen zien, hoe dickmaals deselve hebben stil gestaan, dan hier door dan door die oorzaaken Ja ze hebben zodickwils stilgestaan dat ik zomtyts onnodigh geacht hebbe om int Journaal aan te teijkenen; vraaght men na de Reden en warom heb je niet eens te deegh Laaten verstellen dat het daar geen noot van mochten hebben; ik zal het UEd.le achtb. in't welnemen seggen hoe wel ik niet en twijffel off het staat vrij wat breder int Journaal geannoteert, de veer van het eene horologie is twee a 3e maal een Entie affgebroken geworden, te kort geworden zijnde aan stuckent gebroken, hier op staat er wel int Journaal dat men Een andere heeft gemaakt, maar het werk was evenwel niet zooals 't hoorden twelk naderhand gebleken is, gelijck UEd.le a. breder, naakter en klaarder uijt de voorsch.r Journalen sult gelieven te konnen beoogen ten Laaste wegens het adderen en substraheren en Contra, dat by my averechts is gedaan daar weet ik niets op antwoorden, ende de verkleijningh der Tafelen ontrent Journaal, dat heb ik niet verandert, omdat haar verschil niet groot was, want doen ik die tafel daarop maakte, zoo hebbe deselfde de novo uijtgerekent, en zagh toe dat haar uijt rekeningh iets verschilde heb het toen onverandert Laten staan het zoude onder Correctie beter zijn UEd.le achtb. van dese mondelingh te spreken alzoo ik meen dat UEd.le beter van alles onder- | |
[pagina 398]
| |
recht zouden werden, en daar op de E: H.ren bewinthebberen verzoeken mijn dien aangaanden te moeten spreken. Hier Mede wensch UEd.le een geluckzaligh jaar en blijven vorders
UEd.le Gehoorzaamste dienaar Joan: de Graaff. |
|