No 2703.
J. de Graaff à Christiaan Huygens.
27 octobre 1691.
La lettre se trouve à Leiden, coll. Huygens.
27 Oct. 1691.
Edele, Achtbare Gestrenge en Zeer discrete Heer
Mijn Heer
dit wijnige heb ik niet ondienstigh connen oordelen om UEdle te adviseren; hoewel ik niet twijffel off UEdle sal genoeghzaam verstendigh zijn het aankomen van de Oost Indische Rethour schepen in de have van ons Lieve Vaderland (waar voor de Heere onse God alleen alle Loff, prijs en Eere toekomt) zijn wij toen mede op dat pas met Een derselve wel gearriveert en tegens woordigh van Zeeland (want wij in de have voor Ter Veer ten anker, schoon het schip voor de kamer Amsterdam thuys hoort, zijn gekomen) alhier in de stad zijn gearriveert, en de horologien met de instrumenten in een Lichter gescheept, om achtervolgens vervoert te werden en op't Oost Indische huijs tot nader ordre zijn verblijfft plaats te nemen; aangaande de proeff bij de horologien uijtgestaanGa naar voetnoot1) iets te schrijven off te spreken sal ik UEdle ordre af wachten & hier mede blijve ik als te voren
UE Gehoorsaamste en onderdanigste dienaar Joan: de Graaff.
Actum den 27 October Amsterdam.
Aan de WelEd.le Geboore, Wijse, en Zeer Genereuse Heer de Heer Cristiaan Huijgens Heer van Zuylichem &ta Tot 's Graven Haagh.