Oeuvres complètes. Tome I. Correspondance 1638-1656
(1888)–Christiaan Huygens– Auteursrecht onbekendNo 121.
| |
[pagina 174]
| |
die Pater Gregorius noch begeert heeft, en soo VE noch meer van doen heeft sal die gheern bestellen, want ick het meeste vermaeck van diergelijcke inventien geniet als ick die aen mijn geleerder magh mededeelen. Het sijn alle voorneme lieden in dese wetenschap, daer VE dese exemplaren aen gedestineert heeft, soo dat ick die tot mijn groote avantage sal gedistribueert achten, soose aen de selve wel ter hand komen moghen voornemelijck dat van Pater della faille, die ick in groote achtinghe hebb, en langh gewenst aen hem bekent te sijn, meer als aen ijemant anders. Pater Gregorius antwoordt mij seer beleefdelijck als oock Pater Sarasa maer noch niets op mijn argumenten. wat hier naer geschieden sal, sal ick met patientie moeten afwachten doch sonder groote bekommeringh. Ondertusschen heb ick veel obligatie aen VE voor de sorghe en moeyte tot noch toe gecontinueert int onderhouden van onse correspondentie, en wenste occasie te vinden om te thoonen hoe seer ick ben
Mijn Heer
Uw Ed. ootmoedigen Dienaer Christiaen Huygens. |
|