No 65.
Hendrik Comte de NassauGa naar voetnoot1) à [Constantyn Huygens, père.]
16 octobre 1649.
La lettre se trouve à la Haye, Archives du Roi.
Mijnheere.
UEdl. SoonGa naar voetnoot2) is gisteren alhier tot Bentheim geluckig gearriveert, nae dewelcke ich ter Burgh wel twee à drye daghen met sonderlinghen verlangen hebbe gewacht, ende ondertusschen mijne reijse tot hierentoe geavanceert, Mijn heere SchoonvaderGa naar voetnoot3) heeft voorsz. UEdl. Soon met sijn Trompete ende een knecht geaccompagneert mij naegesonden, ende sullen wij van daghe onse reijse tot Linghen toe vervorderen. Het is mij seer lief te vernemen, dat onder andern schoonen scientien meergenoemde UEdl. Soon oock in den Rechten is ervaeren, sulcx dat ick in mijn voorhebbende Deensche saecke sijnes raets gebruijcken ende hem als mijnen voornaemsten Conseiller houden werde, Verseeckerende UEdl. dat ick allerdings goede sorge voor hem sal draeghen, ende, met God, geluckich wederom te rugge brengen, Ondertusschen UEdl. in Godes protectie bevelende, sal altijts sijn ende blijven
Mijnheere
UEdl. dienstwillighe ente verobligerten Dienar, Henrij Comte de Nassau.
Benthem, den 16 October 1649.