Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar
(2001)–Constantijn Huygens– Auteursrechtelijk beschermd[119] SnickenCommentaarIn 38 paarsgewijs afwisselend mannelijk en vrouwelijk rijmende regeltjes van één versvoet demonstreert Huygens letterlijk zo kort mogelijk wat het spreekwoordelijke Latijnse motto betekent dat hij aan dit gedichtje meegaf: ‘de malis minimum’ (zo weinig mogelijk van het kwade). Met ‘malis’ (kwade) doelt hij op zijn gedichten. In de eerste van de drie zinnen waaruit dit versje bestaat (r. 1-10), verontschuldigt hij zich ook voor de ‘Quaden Sang-Gang’, de slechte metriek, van zijn ‘Sucht-Klucht’. Hij vouwt zijn versregels, zegt hij in de tweede zin. Hij houdt ze kort en legt zeven keer een grens waar anderen dat maar een keer zouden doen.Ga naar eindnoot1 Korter kan hij, zegt hij in de laatste zin, met behoud van een redelijke inhoud (‘Na de Re'en’ r. 32-33), zijn gedichten niet maken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 764]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
UitgavenWorp, Gedichten ii, p. 124. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
LiteratuurHellinga 1962, nr. 91; Ram 1987, p. 45 [119]. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overlevering
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DateringHuygens dateerde H: 1625. Zie voorts onder Commentaar. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Varianten
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 765]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|