Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar
(2001)–Constantijn Huygens– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 91]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Apparaat | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 93]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[1] O geluckigen menschCommentaarDeze beide fragmenten vormen Huygens' allereerste proeve van Nederlandse poëzie. Het zijn vertalingen uit Le troisième jour van La sepmaine ou Creation du monde van Guillaume de Saluste Sieur Du Bartas, voor het eerst verschenen in 1578. Huygens vertaalde de regels 897-910 en 937-952. Wegens het ontbreken van substantiële varianten heb ik niet kunnen achterhalen welke editie Huygens gebruikt heeft.Ga naar eindnoot1 Du Bartas was zeer populair in de Nederlanden. In Huygens' directe omgeving kan men twee van de drie vertalers van zijn werk plaatsen. Van Theodore van Liesvelt, een zoon van Christiaan Huygens' Mechelse patroon Diederick van Liesvelt, de kanselier van Brabant, verscheen een vertaling in 1609.Ga naar eindnoot2 In 1622 zag het werk van Rutger Wessel vanden Boetzelaer het licht. Vanden Boetzelaer had naam gemaakt als dichter in de Franse taal. Van zijn hand is waarschijnlijk de vertaling in het Frans van de drie ‘psalmen’ die, door Philips van Marnix van St. Aldegonde uit de grondtaal overgezet, zijn verschenen achter de Admonition fidelle.Ga naar eindnoot3 Vanden Boetzelaer was gehuwd met zijn volle nicht Amelia van Marnix, dochter van Philips van Marnix van St. Aldegonde. Hij werd in 1613 beleend met Asperen en had sindsdien zitting in de Staten van Holland. De familie Huygens zal Vanden Boetzelaer zeker hebben gekend.Ga naar eindnoot4 Mogelijk is Huygens door persoonlijke contacten, al dan niet via zijn vader, aan de vertaling van deze fragmenten begonnen. Met het thema dat in de vertaalde fragmenten aan bod komt, de lof van het landleven (Horatius' Beatus ille of Bartas' Louange de la vie Rustique) was de dichter ‘innig vertrouwd’.Ga naar eindnoot5 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
UitgavenWorp Gedichten i, p. 59. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
LiteratuurSmit 1966, p. 37; Leerintveld 1987a; Streekstra 1987; Streekstra 1994, p. 254-260. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overlevering
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DateringDit tweetal fragmenten dateert van voor 19 oktober 1614. De bladzijden 1r, 1v en 2v van het papier waarop deze fragmenten geschreven zijn, bevatten het ontwerp voor het bruiloftsdicht aan Philips de Houthain en Louise van der Noot, die 19 oktober 1614 te Sluis in het huwelijk traden. Het bruiloftsdicht is na 1v niet op 2r gecontinueerd. Daar stond waarschijnlijk dus reeds het tweetal fragmenten uit Du Bartas. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 94]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VariantenIn de bron staan deze fragmenten in omgekeerde volgorde genoteerd. Tussen de beide fragmenten is een streep getrokken. Onder de streep staat: et supra (‘maar eerder’). Deze instructie is in de uitgave uitgevoerd.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Thematische bronHuygens vertaalde twee fragmenten uit Le troisième jour van La sepmaine ou Creation du monde van Guillaume de Saluste Sieur Du Bartas, voor het eerst verschenen in 1578. Hij vertaalde de regels 897-910 en 937-952. Welke editie Huygens heeft gebruikt, heb ik niet kunnen achterhalen. Ik geef ze hier naar de editie Reichenberger (Du Bartas 1963): 897[regelnummer]
O trois & quatre fois bienheureux, qui s'esloigne
Des troubles citadins! qui, prudent, ne se soigne
Des emprises des rois, ains seruant à Ceres
900[regelnummer]
Remue de ses boeufs les paternels guerets!
La venimeuse dent de la blafarde enuie,
Ni l'auare souci, ne tenaillent sa vie.
Des bornes de son champ son desir est borné.
Il ne boit dans l'argent le philtre forcené,
905[regelnummer]
Au lieu de vin gregeois, & parmi l'Ambrosie
Ne prend dans vn plat d'or l'arsenic oste-vie.
Sa main est son gobeau, l'argenté ruisselet
Son plus doux hypocras, le fromage, le laict,
Et les pommes encor, de sa main propre entees,
910[regelnummer]
A toute heure luy sont sans apprest apprestees.
937[regelnummer]
Le clairon, le tabour, la guerriere trompette,
L'esueillant d'vn sursaut, n'arment d'armet sa teste,
Et d'vn chef respecté le sainct commandement
940[regelnummer]
Ne le pousse aueuglé, du lict au monument.
Le coc empennaché la diane luy sonne,
Limite son repas, & par son cri luy donne
Vn chatouilleux desir d'aller mirer les fleurs
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 95]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Que la flairante Aurore emperle de ses pleurs.
945[regelnummer]
Vn air emprisonné dans les rues puantes
Ne luy trouble le sang par ses chaleurs relantes:
Ains le Ciel descouuert, dessous lequel il vit,
A toute heure le tient en nouuel appetit:
Le tient sain à toute heure: & la mort redoutee
950[regelnummer]
N'approche que bien tard de sa loge escartee.
Il ne passe es grand's cours ses miserables ans,
Son vouloir ne depend du vouloir des plus grands:
|
|