Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 1. Teksten
(2001)–Constantijn Huygens– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 278]
| |
[87] Amsteldam.(aant.) (aant.)Ghemeen' verwondering betaemt mijn' wond'ren niet,
De Vreemdeling behoort te swijmen die mij siet.
Swijmt, Vreemdeling, en segt, Hoe komen all' de machten
Van all dat machtigh is besloten in uw' grachten?
5[regelnummer]
Hoe komt ghij, gulde Veen, aen 'shemels overdaedt?
Packhuijs van Oost en West, heel Water en heel Straet,
Tweemael-Venetien, waer's 'tende van uw' Wallen?
Segt meer, segt, Vreemdeling. Segt liever niet met allen:
Roemt Roomen, prijst Parijs, kraeijt Cairos heerlickheit;
10[regelnummer]
Die schricklixt van mij swijgt heeft aller best geseijt.
|
|