74 ±31 12 1610 Ged., dl. 1 p. 31
Toelichting
Het eerste van een lange reeks gedichten die Huygens ter gelegenheid van nieuwjaarsdag zou schrijven (zie de opsomming bij Van Strien, Constantijn Huygens, Mengelingh, p. 274 n. 1).
In vss. 13-14 zegt Huygens dat overal nieuwjaarsgeschenken (strenae) worden gegeven. Over de geschiedenis van de gewoonte elkaar ter gelegenheid van 1 januari een geschenk aan te bieden, handelt Lipenius' Integra strenarum civilium historia uit 1670, dat ook nog in het artikel ‘strena’ in re iva kol. 351-353 als standaardwerk wordt genoemd. Lipenius verwijst onder meer naar Symmachus (4e eeuw n.C.), die het ontstaan van het gebruik plaatst in de tijd van de Sabijnse koning Tatius, kort na de stichting van Rome (Lipenius, Integra strenarum civilium historia, p. 19; Symmachus, Relationes 15,1). Op de bedoelde passage uit Symmachus grijpt Hadrianus Junius terug in de opdracht van zijn Batavia (postuum gepubliceerd in 1588), dat hij als nieuwjaarsgeschenk aanbiedt aan de Staten van Holland. Hij vertelt dat het aanbieden van een strena na die allervroegste fase een wijd en zijd verspreide gewoonte is geworden en ook ‘bij ons’ is doorgedrongen (Junius, De voorwoorden van Hadrianus Junius' Batavia ed. Van Miert, p. 34/35).