64 ±04 03 1610 Ged., dl. 1 p. 23
Toelichting
Het versje staat in verband met brief K.A. XLIV nr. 15 d.d. 4 maart 1610, waarin Huygens bedankt voor snaren en een boek waarom hij had gevraagd, en die hem nu - naar hij laat blijken nogal laat - zijn toegestuurd (Br., dl. 1 nr. 9 geeft een samenvatting). De brief is gericht aan ‘iuveni Marco de Vogelaer cognato [...], Amstelreodamum’, dit is de toen 20-jarige zoon van een neef van Constantijns moeder (zie Dagb., bijlage f). Deze neef, Marcus de Vogelaer sr. (geb. omstreeks 1554), is naar alle waarschijnlijkheid degene wiens ziekte Christiaan Huygens sr. in januari van hetzelfde jaar ertoe bracht in gezelschap van Constantijn naar Amsterdam te reizen; zie toel. bij nr. 65. Bij die gelegenheid zou Constantijn Marcus jr. om de snaren en het boek gevraagd kunnen hebben.
De brief bevat geen nadere informatie omtrent het boek. Een verwijzing naar het versje komt er evenmin in voor.