49 04 09 1608→ Ged., dl. 1 p. 12
Toelichting
Een weergave van de ‘Ἔρως δραπέτης van Moschus (vgl. Ged., dl. 1 p. 12 n. 1). ‘Like other notable inventions of its period, Ἔρως Δραπέτης is a happy combination of mythological lore with matter from daily life. Cypris has lost Eros, and makes advertisement for his return, offering a reward, as for a runaway slave. That calls for a description of the boy; and thereby the poet has provided himself with a fair chance for the display of an allegorical fancy that leaves no line without its telling point’ (Hutton, ‘Amor fugitivus’, p. 74). Huygens' bewerking zal tot stand zijn gekomen via een vertaling, aangezien hij in 1608 nog geen Grieks kende (zie ook nrs. 43 en 47).
In de literatuur over de nawerking van Moschus' gedicht, dat ook voorkomt in de Griekse Anthologie (Anth. Pal. 9,440, eveneens in Anth. Plan.), worden vele bewerkingen genoemd die Huygens onder ogen gehad kan hebben (Mustard, ‘Later echoes of the Greek Bucolic poets’; Hutton, ‘Amor fugitivus’; id.,