35 12 06 1608 Ged., dl. 1 p. 8
Toelichting
Een grap: het versje zelf is het werk dat verstuurd wordt. Vgl. Stigelius, Poemata, f. 234v (vgl. toel. bij nr. 21):
Ad eundem [= ianus isnacus].
Succenses quod nulla diu tibi carmina mittam:
Ne mihi succense iam tibi mitto, Vale.
Andere parallellen: Stigelius, Poemata, 236v; Johannes Lauterbach (1531-1593) in Delitiae poetarum Germanorum, dl. 3 p. 909.
Toch is niet uitgesloten dat Huygens' versje is bedoeld als begeleidend schrijven bij nr. 34. H2 bevat uitsluitend nrs. 34 en 35, met ondertekening en datering alleen na nr. 35. Evenzo volgt in H1 alleen op nr. 35 jaar en leeftijd. Bovendien zijn beide versjes hier door een streep gescheiden van nr. 36.