Latijnse gedichten 1607-1620
(2004)–Constantijn Huygens– Auteursrechtelijk beschermd124 12 09 1619 Ged., dl. 1 p. 161aant.Wijkt, kreupele wetten, die de aarde regeren; laat uw maan ondergaan voor mijn zon. Naar de ster namelijk die onbeweeglijk staat aan het hoogst van de hemel richt zich dit slingerend schip van mijn ziel. Ik verhef mij; vaarwel aarde, ik wil mij door de hoge lucht begeven. Geef Uw goedkeuring, Gij die de hemelen regeert, en schenk mij kracht. Voor vruchteloze inspanningen zetten we ons schrap als U ons niet {leidt} {voorgaat}. Strek Uw hand uit en ik sta; evenzo, trek haar weg en ik val terug. Richt mijn angstig gemoed op met goddelijke bezieling; hernieuwde hoop berust op Uw hulp.
12 september 1619. |
|