85 08 05 1612→ Ged., dl. 1 p. 40
Grafschrift voor mijn allerliefste zusje Elisabeth Huygensaant.
Ach onbesuisd meisje, dat zich met dartele tred voorthaast langs ons graf, betreur het niet een moment stilgestaan te hebben en driewerf zuchten geslaakt te hebben onder geween als vrouwen doen.
[5] Hier, hier rust ik, Elisabeth, zij die pas nog een van uw schare was, maar nu niets dan een lichaam in ontbinding, weerzinwekkend, dat wordt omgeven door een krappe doodskist. [9] Veracht mij evenwel niet, hoewel ik hier zo afschuwelijk lig onder de donkere aarde, maar leer hierdoor, meisje, je lot in gedachten te houden, en het einde, dat misschien dichterbij is dan je denkt.
15 jaar, 1612.