17 ←01 05 1608 Ged., dl. 1 p. 4
Over de filosoof Socratesaant.
Vijanden, gij dwingt mij, uw gevangene, het land der vaderen te verlaten en mezelf te doden met alles aantastend gif. Toch ben ik daarvoor niet bevreesd, de geest die bij zichzelf weet wat goed is, kent geen onrust, ook al zouden aarde en hemel ineenstorten. Spoedig, hoop ik, zal ik een ander thuis koesteren, maar gij nooit een andere verschijning van Socrates.
11 jaar, in het jaar 1608.