daar fel op, zoals men weet). In K was deze door de vele correcties vaak in het gedrang gekomen. Ook werden majuskels die ten onrechte niet waren verbeterd na een correctie, thans gecorrigeerd tot minuskels en omgekeerd. Voorts zorgde H. voor de goede buiging door het aanbrengen van -n, of -en waar geslacht en naamval dit eisten, door een apostrof of -e achter mijn, een enz. voor vrl. enkelvoud of voor meerv., door de volle vorm te schrijven in gevallen als waere (conj. pret.), door aan de imperatief t toe te voegen bij aanspreking van God en bij beleefde aanspraak. Voor voorbeelden zie men 38 dien, 41 den Princen, 120 eenen van de 360. graden, 143 eenen slijpsteen; 145 een' plaet, een' waerschouwingh, 104 mijne gepeinsen, 87 haere drinckens maet.
Er zijn ook verschillen in gebruik van maj. of min., in al of niet aaneenschrijven van woorden, in gebruik van het koppelteken. Ik laat alle bovengenoemde varianten terzijde. Ook gevallen als ende, en: ofte, off, waar geen regelmaat in de wisseling der vormen te bespeuren is. Dit geldt ook voor doubletten als endelick, endtelick; tijdelick tijdtelick. Ik beperk mij derhalve tot de verbale afwijkingen van K.
Het bovenstaande geldt ook voor KI en KII, waarbij tevens aan een aantal drukfouten stilzwijgend wordt voorbijgegaan. Het aantal woordafwijkingen van KI (gedrukt naar N) t.a.v. N blijkt zeer gering, evenzo deze afwijkingen in KII (herziening van KI) van KI.