werck is de diepe drang van de wedergeboren mens die zijn Schepper erkent en liefheeft, nog meer, die zijn Verlosser kent en liefheeft, naar de wil van die God te leven. Het gaat om het derde deel van de catechismus: de dankbaarheid. God dienen thuis en daarbuiten. God mateloos bewonderen in het werk zijner handen, het kleine en het grote. Diep doordringen in wat hij gemaakt heeft en genieten van zijn wijsheid waarmee hij alles gemaakt heeft.
Dagh-werck is geen religieus gedicht in engere zin, zoals de Avondmaalsgedichten en de Heilige Dagen. Maar het is doortrokken van godsdienst. Hoe moeten wij voor Gods aangezicht leven, hoe kunnen wij God dienen in alles wat wij doen en beleven? Het werk van de dag begint met een gebed, 220 verzen lang, dat geen ogenblik verveelt, integendeel, een hoogtepunt vormt in het gedicht. Het zou ook besloten zijn met een gebed volgens het plan, maar we moeten het nu doen met de korte aanduiding daarvan in proza die reeds ontroerend is. Daartussenin ligt het andere werk, gericht door dat bidden voor en na. Dat is het ambtelijke werk, getrouw en met toewijding verricht in dienst van zijn stadhouder, van het land, van het volk, van zijn naaste; het werk aan zijn huwelijk in medeleven, in opwekking en vermaning; het priesterlijk werk in het gezin in de oude betekenis van het woord; de bijbellezing en het gebed met het hele huispersoneel; het werk van studie, veelzijdige studie, van het met open oog door Gods schepping wandelen of rijden, het werk van het genieten van het samenzijn met zijn vrouw, het werk van dichten en het gedichte samen proeven en beproeven. Is ergens het leven in dankbaarheid van de reformatorische christen dieper, breder geschilderd?
Ik geef nog een kort overzicht van het gedicht.
Een brede aanspreking van de geliefde Sterre, ziel en bezielster van zijn langademig gedicht is de opening. Daarna wordt alles tot haar gezegd. Er is geen ander publiek. Het gedicht is voor haar, het is zelfs van haar zegt Huygens, want: wij tweeën zijn één. Je deelt in goed en kwaad ervan, help mij dus, als ik ga zeggen hoe wij samen leven zullen.
God zal onze vader en onze Heer zijn, en onze wijsheid zal zijn beginsel hebben in de vreze des Heren.
Wij groeten Hem 's morgens, voor de dag begint en een van beiden zal onze schuld voor God belijden en Hem vragen om Zijn leiding over ons leven en zeggen: kom onze gebreken te hulp, leer ons bidden, maak ons dankbaar, vergeef ons onze zonden, behoed ons ook voor onszelf, leer ons onze boze aard te bestrijden, zegen ons naar ziel en lichaam opdat wij U dienen, U eren wiens eigendom wij zijn; sla ons met meedogen; geef dat wij niet hangen aan het aardse waarmee gij ons gezegend hebt, maar altijd klaar staan om dit alles te verlaten en tot U te gaan; dat onze kinderen als gij ze ons geeft, Uw eigendom mogen