Verzamelde werken. Deel 8. Universiteit, wetenschap en kunst
(1951)–Johan Huizinga– Auteursrecht onbekend
[pagina 544]
| |
Het Grieksche gevaarGa naar voetnoot*Er moest iets tegen gedaan worden. Het is al te lastig, dat er sinds de dagen van Plato en Aristoteles nog altijd zooveel Grieksch in onze taal rondzwerft, en dat dit er nog altijd aanspraak op maakt, correct geschreven te worden. Men kan toch niet van iedereen verlangen, dat hij Grieksch verstaat. En het helpt nog zoo weinig, of men zich al inprent: hypo-onder, hippos-paard, want men begrijpt er de woorden toch niet mee. Wij vinden het dan ook heelemaal zoo gek niet van dien medicus, die iemand lijdend verklaarde aan ‘chronische hippomanie’. Want het jonge mensch in kwestie had zich, naar het heet, min of meer als een paard gedragen, door zijn houding jegens het huisraad in de ouderlijke woning. Om nog een nuttigen wenk te geven: het woord acoustiek wordt, sedert het uit de gehoorzaal naar de beurs verhuisde, geregeld ‘accoustiek’ geschreven, waarschijnlijk onder invloed van ‘accoucheur’, ‘accountant’ en ‘accumulator’, waarmee het toch heusch niets te maken heeft. Zou deze aangelegenheid soms iets zijn voor den Volkenbond? |
|