Verzamelde werken. Deel 8. Universiteit, wetenschap en kunst
(1951)–Johan Huizinga– Auteursrecht onbekendJohan Huizinga, Verzamelde werken. Deel 8. Universiteit, wetenschap en kunst (ed. L. Brummel). H.D. Tjeenk Willink & Zoon, Haarlem 1951
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar DBNL
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Verzamelde werken. Deel 8. Universiteit, wetenschap en kunst van Johan Huizinga, in een editie van L. Brummel uit 1951. De complete Verzamelde werken bestaan uit negen delen.
redactionele ingrepen
3, 16, 28, 31, 36, 340, 351, 355, 371, 377, 379, 383, 390, 393, 401, 408, 409, 415, 417, 420, 422, 424, 426, 450, 464, 471, 473, 477, 483, 484, 485, 490, 491, 495, 501, 502, 503, 519, 520, 522, 527, 528, 529, 530, 533, 535, 536, 541, 544, 546, 549, 552, 553, 560, 563, 571, noot: in het origineel ontbreekt de nootverwijzing. Deze is steeds bij de kop van het betreffende stuk geplaatst.
p. 107, noot 2: het onjuiste nootnummer 1 is verbeterd.
p. 268, noot 2: het onjuiste nootnummer 3 is verbeterd.
p. 340: de kop tussen vierkante haken is toegevoegd.
p. 377, 502, 535, 536: in de koppen is tekst tussen vierkante haken toegevoegd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (2, 476, 538, 540, 562, 572) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
[pagina II]
I
OUD-INDIË/NEDERLAND |
II
NEDERLAND |
III
CULTUURGESCHIEDENIS I |
IV
CULTUURGESCHIEDENIS II |
V
CULTUURGESCHIEDENIS III |
VI
BIOGRAFIE |
VII
GESCHIEDWETENSCHAP/HEDENDAAGSCHE CULTUUR |
VIII
UNIVERSITEIT/WETENSCHAP EN KUNST |
IX
BIBLIOGRAFIE EN REGISTER |
[pagina III]
J. HUIZINGA
VERZAMELDE WERKEN VIII
UNIVERSITEIT, WETENSCHAP EN KUNST
1951
H.D. TJEENK WILLINK & ZOON N.V. / HAARLEM
[pagina IV]
BANDONTWERP VAN S.L. HARTZ
GEDRUKT DOOR N.V. DRUKKERIJ G.J. THIEME, NIJMEGEN
[pagina V]
INHOUD
Universiteit en wetenschap | 1 | |
---|---|---|
a. Universiteit | 3 | |
b. Het bestuur der Rijksuniversiteiten | 16 | |
c. Het wezen der universiteit historisch beschouwd | 28 | |
d. Universitas | 31 | |
e. Geschiedenis der universiteit gedurende de derde eeuw van haar bestaan, 1814-1914. Eerste deel van Academia Groningana, MDCXIV-MCMXIV | 36 | |
Voorbericht | 36 | |
I Inlijving en herstel. 1811-1815
De Groningsche hoogeschool als academie der keizerlijke universiteit - Het rapport van Cuvier - Muntinghe tot rector benoemd - Het einde der provinciale hoogeschool - Inrichting en functiën der academie - De inspecteurs - De academische raad en de rector - Installatie der faculteiten, 3 Nov. 1812 - Gebreken in de organisatie en de uitvoering - De universitaire heffing - Vrees voor ongeregeldheden der studenten - Besluit van 4 Dec. 1813 - De commissie voor het hooger onderwijs van 18 Jan. 1814 - De oud-vaderlandsche studie en het Fransche systeem - Kemper's waardeering voor de goede zijden van het Fransche stelsel - Getal en plaatsing der academiën - A.G. Camper's ijver voor Franeker - Fransche orde en vaderlandsche zin - Het encyclopaedisch ideaal - De propaedeuse - Het college - De leervakken - De theologische faculteit - Vijf faculteiten in plaats van vier - Het Latijn taal van het onderwijs - Het tweede eeuwfeest - Inwijding der herstelde hoogeschool - Bezetting der leerstoelen - Oude gewoonten en privilegiën - Het college van curatoren - Kwesties van waardigheid. |
41 | |
II De academische gebouwen tot omstreeks 1830
De stad Groningen vóór 1830 - De academische gebouwen - Het Minderbroedersklooster - De Jufferenconventen - De verbouwing van 1614 - Hoe de academie geïnstalleerd was - De verbouwing van 1654 - Gebouwen buiten het hoofdcomplex - De professorshuizen - Het poortje - De Area - Gehoorzalen - Senaatskamer - Curatorenkamer - Career - Verwaarloosde toestand - De Academiekerk - De anatomie - De bibliotheek en de Latijnsche scholen - Had men de oude gebouwen kunnen sparen? - Behoefte aan meer localiteit tot berging der kabinetten - Afstand der Academiekerk aan de roomschkatholieke gemeente - Verplaatsing der academie naar het Prinsenhof overwogen - Een fantastisch bouwplan - De nieuwe anatomie. |
70 | |
III Wetenschap en beschaving in de eerste helft der negentiende eeuw
Naleven der 18e eeuw - Opvoeding en weldadigheid - Geest des tijds - De oude theologen: Muntinghe, Geschiedenis der menschheid naar den Bijbel - Verslapte leerstelligheid - Tinga, Ypey - Kantianen |
85 |
[pagina VI]
te Groningen - Van Swinderen's geloof - Anti-Bilderdijksche stroomingen - Seerp Gratama, Jan ten Brink - De litterarische faculteit - De leerstoel voor Nederlandsche taal- en letterkunde en welsprekendheid - Lulofs - Duitsche litteratuur-invloeden - Lulofs en de ‘Hollandsche’ dichtkunst - Lulofs' welsprekendheid - Lulofs als Germanist - De classici - Jan ten Brink, J.R. van Eerde - P. van Limburg Brouwer, Histoire de la civilisation morale et religieuse des Grecs - Van Limburg Brouwer als letterkundige - De philosophische faculteit - Kabinet en laboratorium - De verzamelaar: Th. van Swinderen - Het museum van natuurlijke historie - Kuhl en Van Hasselt - Natuur-romantiek en landhuishoudkunde: Uilkens - Technologie: P. Driessen, S. Stratingh Ez. - Technisch onderwijs aan de universiteit - Gewestelijke oudheidkunde, physisch en historisch - De medische faculteit - Thuessink - Bakker - Het academisch gasthuis - Stratingh, Hendriksz, Vrolik, Sebastian, Baart de la Faille - De juridische faculteit - De historische en de abstracte richting - Gratama, Duymaer van Twist, Van Enschut, Holtius, Gabinus de Wal, Nienhuis, Philipse - Star Numan. | |
IV De Groninger richting
Invloed van Van Heusde - De jeugd van Hofstede de Groot - Th.A. Clarisse - Hij wordt opgevolgd door De Groot; naast hem komen Van Oordt en Pareau - Christelijke betrachtingen - Waarheid in Liefde - Muurling - De opvoeding van het menschdom door God - Het gevoel - Christusvereering - Onrechtzinnige consequenties - Het praktische hoofdzaak - De evangelisch-katholieke kerk der toekomst - Nederlandsche theologie - Oppervlakkige argumentatie - De Groot en De Cock - De formulierenkwestie - Quia of quatenus - De zeven Haagsche heeren - Adres aan de Synode 1842 - Aan de hervormde gemeente van Nederland 1843 - De Groninger richting in de dagen harer heerschappij - Het wijsgeerig onderwijs te Groningen, De Waal en De Greuve - De academiepreek - Populariteit - Teekenen van verval - Pareau † 1866 - Velen worden modern - Hofstede de Groot wendt zich meer naar rechts - Het einde der Groninger richting - Haar karakter - De laatste ketters. |
139 |
V Het academische leven en de studie in de eerste helft der negentiende eeuw
De professor - Leeftijd bij benoeming - Groningen's pépinières - Herkomst en opleiding der professoren - Verdeeling der leervakken - De studie - Het college - De bibliotheek - Van Eerde bibliothecaris - Van Limburg Brouwer id. - Gebruik der bibliotheek - Practische oefeningen - Klachten over het universitaire stelsel, vooral uit het Zuiden - Maatregelen en plannen der regeering - De commissie van 1828 - Vraagpunten en adviezen - Behoudende meening in het Noorden - De adviezen hebben geen gevolg - Onvoldaanheid over het hooger onderwijs in Nederland zelf - De propaedeuse - Het testimonium-stelsel - De gymnasiale voorbereiding - Het staatsexamen - Het Latijn - Gunstige zijden van de oude studie - De student - Op het college - Het Nederlandsche studentenleven - Levenswijze - Studentenkamers - Maaltijden - Costuum - Rook- en drinkgewoonten - Thee en andere dranken - Ontspanningen - Gebruiken en vormen - Gala - Het studentenlied - Vindicat atque polit - |
164 |
[pagina VII]
De Upstalsboom - Post chaos lux - Optochten - Groentijd - Ontbreken van politieken geest - De flankeurs van 1830 - Verhoogde corpsgeest - Ongeregeldheden - Kastebesef - Herkomst der studenten - De academie en de burgerij. | |
VI De universiteit en de landsregeering. Het nieuwe academiegebouw. 1830-1850
Streven naar bezuiniging - De subsidiën van 1815 tot 1849 - De bezuinigingscommissie van 1836 - De koninklijke besluiten van 1836-1838 - Het academisch fonds - Lulofs als rector magnificus gepasseerd - Plannen voor een nieuw academiegebouw - Opheffingsgedachten - Intrekking van prijsvragen, beurzen en jaarboeken, 1843 - Oprichting van het professorenfonds - Het athenaeum te Franeker opgeheven - De stad Groningen besluit tot het bekostigen van een nieuw academiegebouw, 1842 - Mr H. de Ranitz - Steun der provincie - De regeering maakt bezwaren - De bouw verzekerd, 1846 - De Ranitz † - Aanbesteding en bouw - Nieuwe vrees voor opheffing van hoogescholen - Historische rechten - Staatscommissie van 1849 - Inwijding van het nieuwe academiegebouw, 1850 - De portrettenverzameling. |
201 |
VII In afwachting van de nieuwe wet. Oude en nieuwe richtingen in onderwijs en wetenschap. 1850-1876
Algemeene onvoldaanheid over het hooger onderwijs - Nog altijd bezuiniging - Groningsche kringen - Minachting voor de hoogeschool - Het provinciaal verslag over 1853 - Klachten van den academischen senaat - Onmiskenbare achteruigang - Het getal studenten - Godgeleerdheid en wijsbegeerte - Van der Wyck - Chantepie de la Saussaye - Van Bell - Materialisme - Natuurwetenschap - Van Hall - J.W. Ermerins - Claas Mulder - Enschedé - De bibliotheek onder Enschedé's beheer - Het nieuwe bibliotheekgebouw - Van Kerckhoff - Het geneeskundig onderwijs - Moleschott's kritiek daarop in 1848 - Gevolgen van het eclectisme voor den geest der wetenschap - F.Z. Ermerins - Baart de la Faille - Vergeefsche pogingen, een vierden leerstoel te verkrijgen - Sebastian treedt af - Hissink Jansen - Instelling van een buitengewoon professoraat voor physiologie, 1851 - Van Deen - Het Algemeen provinciaal, stads- en academisch ziekenhuis, 1851 - Het physiologisch laboratorium - Van Deen gewoon hoogleeraar - De geneeskundige wetten van 1865 - De vijfde leerstoel - Toestanden in het ziekenhuis - Rosenstein komt - Tj. Halbertsma - De philologie - Rovers - J.A.C. van Heusde - Hecker - Francken - De nieuwe richting in de Nederlandsche taal- en letterkunde - Jonckbloet tegen Lulofs - M. de Vries - Jonckbloet - Moltzer - Rechtsgeleerdheid - Van Boneval Faure - Een der leerstoelen gesplitst - O. van Rees - Diephuis - W. Modderman - B.J. Gratama - Tellegen. |
219 |
VIII Een langdurige crisis. De Groningsche Hoogeschool en de Tweede Kamer der Staten Generaal. 1868-1876
Het 250-jarig feest, 1864 - Bedenkelijke cijfers - De belangen van Leiden en Utrecht beter behartigd - Het ontwerp van wet op het hooger onderwijs van Heemskerk, 1868 - Het ontwerp Fock, 1869 - |
270 |
[pagina VIII]
Het voorloopig verslag van 11 Augustus 1870 - Groningen's bestaan bedreigd - Adresbeweging - Ongerustheid - Geertsema wordt minister - Zijn wetsontwerp, 1874 - Verslag daarover - Heemskerk wijzigt het laatste ontwerp - Nieuwe adressen - Verslag van 22 April 1875 - Het ontwerp nogmaals gewijzigd - Vijandelijke invloeden - Strijd in de dagbladen - Het compromis in de kamer - Groningen voor Amsterdam - Vreugde over het behoud. | |
IX De nieuwe wet
Verandering in de voorwaarden van bloei voor de universitaire studiën in het algemeen - Verandering der stad Groningen - De wet op het hooger onderwijs van 1876 - Uitvoering van art. 84 - De vergadering der senaten in Januari 1877 - Het academisch statuut - De beginselen der nieuwe wet behoudend - Rechtspositie en bestuur der universiteiten - Opheffing van het academisch fonds - Colleges van curatoren - De aanbeveling voor benoeming van hoogleeraren - Aard en doel van het hooger onderwijs - De theologische faculteit - Afwijkingen van het systeem van 1815 - Geen buitengewone hoogleeraren meer - Benoeming tot bepaalde vakken - Afschaffing der collegegelden en testimonia - Toelating van privaat-docenten - Verplaatsing der propaedeuse - Splitsing der doctoraten - Toelating tot de universiteit - Academische examens - Effectus civilis - Prijsvragen, beurzen, rectoraatsoverdracht - Het Latijn. |
281 |
X Uitbreiding en opbloei. 1877-1914
Uitvoering der wet - Minister Kappeyne vraagt verlanglijsten - De taak der curatoren - Samenstelling van het college van 1877-1914 - De secretarissen - Vermeerdering der leerstoelen - De faculteit der godgeleerdheid - De faculteit der rechtsgeleerdheid - De faculteit der geneeskunde - De faculteit der wis- en natuurkunde - De faculteit der letteren en wijsbegeerte - Privaat-docenten - Uitbreiding van gebouwen en inrichtingen - Toestand in 1877 - Aantal der assistenten en beambten - Het mineralogisch-geologisch instituut, 1878 - Het pharmaceutisch laboratorium en de hoogleeraarswoning bij den hortus, 1880-'81 - Het hygienisch laboratorium, 1883 - Het physisch laboratorium, 1892 - Het astronomisch laboratorium, 1896, 1903, 1913 - De bibliotheek, 1898 - Het botanisch laboratorium, 1899 - De inrichting voor ooglijders, 1878-1900 - Het nieuwe mineralogisch-geologische instituut, 1901 - Het ziekenhuis, 1903 - Het pathologisch-anatomisch laboratorium, 1903-'04 - De brand van het academiegebouw, 30 Augustus 1906 - De herbouw - De inwijding - Het anatomisch laboratorium, 1909 - Het nieuwe physiologisch laboratorium, 1911 - Het chemisch laboratorium, 1912 - De psychiatrische kliniek - Vermeerdering van het aantal der assistenten en beambten - Het psychologisch instituut, 1909 - De Duitsche ‘Seminare’ hier eerst laat nagevolgd - Het Germanistischromanistisch instituut - Wetenschappelijke fondsen en instellingen - Het universiteitsfonds, 1893 - Het theologisch studiefonds, 1910 - Het legaat Guyot - Het oud-studentenfonds van 1906 - De vereeniging voor hooger landbouwonderwijs, 1906 - De uitgaven voor de universiteiten sedert 1877 - Het getal der studenten - Vrouwelijke studenten - Herkomst der studenten - Groningen als kweekplaats voor Leiden, Utrecht en Amsterdam - Vreemdelingen als hoogleeraar - Internationale betrekkingen - Het physiologencongres van 1913. |
295 |
[pagina IX]
f. Rede over de geschiedenis der universiteit te Groningen | 340 | |
g. Wat de jonge hoogeschool te bieden had | 351 | |
h. De academische gebouwen | 355 | |
i. Kern en de taalwetenschap | 371 | |
j. Voorwoord tot het Jaarboekje van de litteraire faculteit van Leidsche studenten voor het studiejaar 1930-1931 | 377 | |
k. Boerhaave Europa | 379 | |
l. Overheid en wetenschap | 383 | |
m. Naschrift bij een artikel van A.A. van Schelven | 390 | |
n. Belachelijke achterstand | 393 | |
o. Het sprookje van de rolverdeeling | 401 | |
p. Hoogescholen | 408 | |
q. Rede van den Rector Magnificus bij de overdracht van het rectoraat aan Mr D. van Blom op 18 September 1933 | 409 | |
r. De ‘middengroep’ | 415 | |
s. De doctorstitel | 417 | |
t. Invoering van nieuwe universiteitsexamens | 420 | |
u. Nieuwe regeling van universiteitsexamens | 422 | |
v. Een insluipsel | 424 | |
w. Van instituut tot akademie | 426 | |
x. De wetenschappen in het algemeen en die der afdeeling letterkunde | 450 | |
y. De universiteit van Nederlandsch Indië | 464 | |
z. De verloren schatten van het Bataviaasch Genootschap | 471 | |
aa. In Frankrijk staat een huis | 473 | |
Letterkunde en schoone kunsten | 475 | |
---|---|---|
a. Toespraak ter opening der jaarlijksche algemeene vergadering der Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden op 11 Juni 1919 | 477 | |
b. Boekbespreking van André Jolles' ‘Ausgelöste Klänge’ | 483 | |
c. Boekbespreking van Just Havelaar's ‘De symboliek der kunst’ | 484 | |
d. Adspice... (bespreking van ‘Erich Wichman tot 1920, afbeeldingen en geschriften’) | 485 | |
e. Hercules Seghers | 490 | |
f. Marieken van Nimwegen | 491 | |
g. Het boek vriend en vijand | 495 | |
h. Nobelprijs voor letterkunde | 501 |
[pagina X]
i. Boekbespreking van ‘Pandora’ en ‘Bibliotheca Mundi’ | 502 | |
j. Jong-Friesche lyriek (bespreking van ‘De nije mearn’) | 503 | |
k. Boekbespreking van ‘Libri librorum’ | 519 | |
l. Boekbespreking van A.J. Barnouw's ‘Vondel’ | 520 | |
m. De nieuwe uitgave van Vondel (inleiding tot en bespreking van ‘De werken van Vondel’, volledige en geïllustreerde tekstuitgave in tien deelen) | 522 | |
n. Woord vooraf bij de vertaling door A.J. Barnouw van Geoffrey Chaucer's ‘De vertellingen van Kantelberg’ | 535 | |
o. Boekbespreking van Walter F. Schirmer's ‘Geschichte der Englischen Literatur von den Anfängen bis zur Gegenwart’ | 536 | |
Spelling | 539 | |
---|---|---|
a. Eerbied voor de letter! | 541 | |
b. Het Grieksche gevaar | 544 | |
c. Trop de zèle | 544 | |
d. Open brief aan de Heer H.A. Höweler | 546 | |
e. Antwoord aan Dr M. ter Braak | 549 | |
f. Antwoord op een open brief van J.A. Daman | 552 | |
g. Laatste spellingronde?, open brief aan Mr H.P. Marchant | 553 | |
h. Tendens | 560 | |
Aanhangsel | 561 | |
a. De eenheid Nederland-Oranje | 563 | |
b. Mag de Mare gedempt worden? | 571 |