Verzamelde werken. Deel 6. Biografie
(1950)–Johan Huizinga– Auteursrecht onbekendR.N. Roland Holst zestig jaarGa naar voetnoot*De sportbeoefening in de jeugd, die z'n lichaam gezond hield, maakte, dat men R.N. Roland Holst z'n zestig jaren niet aanziet. Men zou hem hoogstens vijftig geven. Even bekwaam als frescant, glasschilder, graficus en schrijver over kunst - juist dezer dagen verscheen een nieuwe bundel beschouwingen en herdenkingen - is Roland Holst een onzer meest noodzakelijke artiesten, door het principe van zijn komst in onze kunst. Want hoewel er weinigen zijn, die betere dingen over sommige makers van het tableau-de-chevalet gezegd hebben - en ik denk hier b.v. aan zijn opstel over den zelden beter begrepen Jozef Israëls - is hij alles behalve een eclecticus, maar, een man van sterke voorliefden.
Toen omtrent de jaren 90 de tijd zich wendde, het ezelschilderij onttroond werd en een kunst van collectiever rhythmen zich aankondigde, werd, wat in Engeland een Morris, een Rossetti en een Crane dreef, ook hem tot leidster, zocht ook hij, hier te lande tezamen met een Der Kinderen en een Toorop, een Van Konijnenburg en een Thorn Prikker, weer naar een nauwer verband tusschen kunst en samenleving. Hij verliet den ivoren toren, waarin vele kunstenaars de werkelijkheid ontvlucht waren en begaf zich om zoo te zeggen weer op straat, in 't volle menschenleven. Zoekend naar een algemeenen grondslag van verstandhouding, wilde hij met z'n kunst weer dienen. Zij trachtte grooter bedoelingen te verwerkelijken dan het weergeven van atmosferische verschijnselen, kiekjes door een kader of stemmingen, zij wilde | |
[pagina 511]
| |
weer publieke gebouwen versieren en niet alleen maar den amateur behagen. Wat Albert Aurier tevergeefs voor Gauguin vroeg: muren, heeft men Roland Holst eens gegeven, in het gebouw van den Diamantbewerkersbond, welks wandschilderingen z'n eerste hoofdwerk zijn. Maar zooals het vaker gaat: als iemand eens iets voortreffelijks tot stand heeft gebracht, stelt de wereld alles in het werk, om het hem voor een tweede maal te beletten. Men heeft nl. pas onlangs weer een beroep gedaan op z'n vermogens als wandschilder, die hij sinds de eerste, helaas slecht bewaard gebleven versieringen, niet meer had kunnen ontplooien, hetzij dan in die doorschijnende architectonische afsluiting van de ruimte: z'n vensterkunst in het postkantoor te Haarlem, het Amsterdamsch lyceum, de Dom te Utrecht en nu laatstelijk in het raadhuis te Amsterdam, het geschenk der stad Rotterdam, waarvan in Maart a.s. het eerste gedeelte voltooid zal zijn. Als men het ruim opvat, zou men ook z'n affiches - voor welke kunst z'n distinctie van zoo groot belang werd - tot de muurversieringen kunnen rekenen, die aangebracht aan de wanden der straat, ons in haar stillen adel de straat doen vergeten.
In deze op den steen geteekende biljetten, waarin de kunst als een weglaten is, gingen de aankondigingen, die vroege symbolistische litho's als Anangké behelsden, in vervulling. Het zijn meesterlijke proeven van dat geduldige en eerbiedige werkmanschap, dat Roland Holst in al z'n uitingen kenmerkt. Op bijna alle gebieden der kunst vernieuwend ingrijpend, kan men Roland Holst's beteekenis in een kort artikel niet omschrijven. Na den dood van zijn vereerden meester Der Kinderen benoemd als hoogleeraar-directeur der Rijksacademie, begint na een paar jaren reeds z'n invloed ook daar door te werken en zichtbaar te worden. Moge het onderhouden van z'n jonge kracht hem nog lang gegeven zijn! |
|