Verzamelde werken. Deel 2. Nederland
(1948)–Johan Huizinga– Auteursrecht onbekendDenk aan de KoornbrugGa naar voetnoot*Er is aan de Leidsche stadhuisplannen buiten die van de zuiver architectonische verdienste nog een andere vraag verbonden, die men de stedebouwkundige kan noemen. De hier volgende opmerking heeft in het minst niet de bedoeling, een der andere plannen boven dat van Blaauw te verkiezen, waarvan de bouwkundige waarde in haar geheel gelaten wordt. Zij stelt enkel de stedebouwkundige vraag, welke luidt: Hoe zal een bepaalde oplossing werken in het stadsbeeld? In dit opzicht nu zondigt het plan Blaauw ernstig, door het ontwerpen van een open pleintje aan de Vischmarkt. Niets is voor Hollandsch stedeschoon zoo gevaarlijk als het verbreken van een oude rooilijn. Men kan het zien aan het postkantoor te Middelburg, waar de fraaie ronding van de Noordstraat door een achteruitgezet gebouw verstoord is, en in Leiden zelf, waar men bij het bouwen van de nieuwe Universiteitsbibliotheek verzuimd heeft, de gesloten lijn van het Rapenburg | |
[pagina 580]
| |
te herstellen, die op den plattegrond van Blaeu zoo goed te zien is, hetgeen het afbreken van de kostelijke gevels links nog overbodiger hadde gemaakt dan het reeds was, en ons het onnoozele pleintje had bespaard, dat enkel rumoer en ruimteverlies beduidt. Leiden had in dit opzicht waarlijk reeds genoeg geleden, toen de ramp van 1807 in het hart der stad een gat sloeg, dat inderdaad destijds niet zoo gemakkelijk weer te heelen viel. Het stadsdeel tusschen de Waag en de Koornbrug blijft, al staan er maar enkele huizen meer die op zich zelf belangrijk zijn, een der mooiste, die men in Holland aantreft. Het zijn de lijnen en de glooiingen, die het doen, en niet in de laatste plaats ook de afsluiting door den bovenbouw van de Koornbrug, waarvan men zich telkens weer blijde verbaast, dat nog in 1825 iets zoo doordacht harmonisch kon worden gewrocht. Dit stukje van de symphonie nu gaat Blaauw door een luiden wanklank roekeloos verstoren. Hij slaat een gat in de lijn van de Vischmarkt, en laat de Koornbrug zonder steun in het ijle hangen. Blaauw's pleintje is in de pers een gelukkige greep genoemd. Het is een misgreep van de bedenkelijkste soort, zooals eveneens aanstonds werd betoogd. Caveant consules. |
|