Verzamelde werken. Deel 2. Nederland
(1948)–Johan Huizinga– Auteursrecht onbekend
[pagina 579]
| |
De Mare te LeidenGa naar voetnoot*Het gevaar scheen geweken; opeens blijkt het dreigender dan ooit. Het dempingsplan komt in behandeling. Stadsschoon bedreigd met schending? Kwestie van smaak, meenen B. en W. - Het klinkt misschien verwaand, maar ik zou willen opmerken: neen, een kwestie van inzicht. Dertig jaar geleden begreep geen gemeentebestuur nog stadsschoon als stadsbelang. Nu weet ieder gemeentebestuur, dat men niet onnoodig aan een mooi geveltje mag raken (wat niet verhindert, dat het toch herhaaldelijk gebeurt). Maar nog niet doorgedrongen is het begrip, wat de structuur eener stad als zoodanig voor de schoonheid beteekent. Wie deze onnoodig schendt, begaat iets veel onherstelbaarders dan wie een gevel afbreekt. Ik voorspel het u: het wordt afschuwelijk, deze onbeholpen en ondoeltreffende verkeersverbetering. Ik voorspel ook, dat men over twintig jaar algemeen het College, dat het ried, en den Raad, die het misschien zal aannemen, zal smaden als kortzichtigen. Wellicht zal men een krasser woord gebruiken. Ik zou het ook doen, als de beleefdheid het mij niet verbood. |
|