De Psalmen des Propheeten Davids, in't Hebreeuz genaamd het lof-bouk: bij den propheet verdeeld in vijf bouken
(1624)–Anthonis de Hubert– AuteursrechtvrijNu naar den oorspronkelicken text van woorde te woorde vertaald, ende in nederduijtzen rijme gesteld op de gewoonelicke wijsen, gelijk men die in de gereformeerde kerken singt
[pagina 351]
| |
kom':
[en'] dijne will' geschied' gelijk
op aerden als in hemel-rijk.
11 Geeft ons ons daaglicks brood Ga naar voetnoot1 nu we'er.
12 Vergeeft ons onse schulden [Heer],
als wij vergeven [ende soen]
selfs onsen schuldenaaren [doen].
13 Leijd' ons in geen' versouking', doch
verlost ons van den quaaden toch.
Want dijn is 't rijk, dijn is de magt,
de eer, en' heerlickheijd, en' kragt,
van aller eeuwe toebereijd
tot aller eeuwen eeuwigheijd,
dit alles moet in waaren schijn
waarachtig ende seker sijn].
|
|