De Psalmen des Propheeten Davids, in't Hebreeuz genaamd het lof-bouk: bij den propheet verdeeld in vijf bouken
(1624)–Anthonis de Hubert– AuteursrechtvrijNu naar den oorspronkelicken text van woorde te woorde vertaald, ende in nederduijtzen rijme gesteld op de gewoonelicke wijsen, gelijk men die in de gereformeerde kerken singt
2.29 GIj laat Heer rechtevoord,
in vrede
| |
[pagina 350]
| |
naar dijn woord,
[mij] dijnen dienaar treden:
30 Want [immers] heeft mijn oog
dijn heijl [van daar om hoog
[hier] aangeschoud [beneden]:
31 'Twelk gij [van lang voorseijd]
voor 't aanschijn hebt bereijd
van alle volken [Heere].
32 Een licht om [als] een schijn
den Heijdenen [te sijn],
en' dijns volks Ysr'els eere.
|
|