De Psalmen des Propheeten Davids, in't Hebreeuz genaamd het lof-bouk: bij den propheet verdeeld in vijf bouken
(1624)–Anthonis de Hubert– AuteursrechtvrijNu naar den oorspronkelicken text van woorde te woorde vertaald, ende in nederduijtzen rijme gesteld op de gewoonelicke wijsen, gelijk men die in de gereformeerde kerken singt
[pagina 352]
| |
2 In Jesum Christ [geloof ik t'sijner eer],
sijn'' een'gen soon [en'] onser [aller] Heer,
3 Ontfangen uijt den heijl'gen Geest [al voor'n],
en' uijt de maagd Marije [so] geboor'n.
4 Die onder Ponz Pilatus heeft gele'en,
hij is gekruijszt, gestorven, en' met een
in 't graf geleijd: gedaald ter hellen ne'er:
5 Ten derden dag rees van den dooden we'er:
6 Ten hemel voer hij op, en sitt [nu nader]
ter rechterhand van God den magt'gen Vader:
7 Van waar dat hij we'erkomen sall [ten toon]
ten oordeel beijd' der levenden en' do'on.
| |
[pagina 353]
| |
8 'Kgeloof ook in den heijl'gen Geest [met eene']:
9 'Kgeloove [voords] een' heijlig' algemeene,
[een' waare] kerk' vergaard in Christi naame,
gemeenschapp ook der heijligen [tesame'],
10 Vergevenisz' van sonden [ganz en' gaar],
11 Verrijsenisz' van desen vleesz' hier naar,
12 En' voor altoos een eeuwig-duijrig leven.
Dat will God ons geheijl'gd in Christo geven.
|
|