De Psalmen des Propheeten Davids, in't Hebreeuz genaamd het lof-bouk: bij den propheet verdeeld in vijf bouken
(1624)–Anthonis de Hubert– AuteursrechtvrijNu naar den oorspronkelicken text van woorde te woorde vertaald, ende in nederduijtzen rijme gesteld op de gewoonelicke wijsen, gelijk men die in de gereformeerde kerken singt
[pagina 339]
| |
3.
LOof't God in sijn' heijligheijd:
lovet Ga naar voetnoot1 sijne majesteijt]
in d'uijtspanning' sijner kragt.
2 Lovet hem in sijne magt:
naar de mate, naar 't uijtwijsen
sijner grootheijd lovet hem.
3 Looft hem met basijnen stemm':
wil't op harp', en' luijt hem prijsen.
4 Loof't hem met gebomm, en' danz:
lovet hem met snaarspel [thans],
met der orgelen-[gesank].
5 Loof't hem met Zimbalen-klank:
dat gij hem toch lof en' eere.
met Zimbaal-gesangen geeft,
6 Loof't den Heer wat adem heeft;
Loof't den Heere [Loof't den Heere.]
|
|