Zegepraal der goddelyke liefde
(1709)–Jan van Hoogstraten– Auteursrechtvrij
[pagina 42]
| |
Cupio dissolui et esse cum Christo. | |
Puis que l'Amour seul est ma vie.
Douce est la mort qui me destie.
| |
[pagina 43]
| |
Zielzugt. | |
Ik begeere ontbonden te worden, en met
| |
XI. Gezang.Vois: Chantez petits Oseaux, &c.
1.
O Doelwit van myn min!Ga naar margenoot+
O troost in al myn plagen!Ga naar margenoot+
Wanneer zal uw vriendinGa naar margenoot+
De kroon des hemels dragen?Ga naar margenoot+
Verkort, verkort myn dagen,Ga naar margenoot+
En laat my uw bruidzaal in.Ga naar margenoot+
Hebt ge ô Bruigom my verkoren,Ga naar margenoot+
Laat de dood my niet versmoren.Ga naar margenoot+
Laat myn ziel,Ga naar margenoot+
Laat myn ziel, als 't lyf bezwyk,Ga naar margenoot+
Verhuizen in uw Ryk.Ga naar margenoot+
2.
Hier grimt my de afgrond toe.Ga naar margenoot+
Daar lokken de ydelhedenGa naar margenoot+
Myn ziel van stryden moe:Ga naar margenoot+
Staag de oogen na beneden.Ga naar margenoot+
Elk tragt my te overreden,Ga naar margenoot+
Als ik uw gebod voldoe.Ga naar margenoot+
| |
[pagina 44]
| |
Breek de keten myner zonden,Ga naar margenoot+
Daar ik leg aan vast gebonden,Ga naar margenoot+
Sloop den muur,Ga naar margenoot+
Sloop den muur van vlees en bloed,Ga naar margenoot+
Die my hier blyven doet.Ga naar margenoot+
3.
Om u, is al myn wens.Ga naar margenoot+
Om u zyn myn gebeden.Ga naar margenoot+
Nu 'k als een bloem verslens,Ga naar margenoot+
Door 't onweer neergetreden.Ga naar margenoot+
Buiten u is hier benedenGa naar margenoot+
Niet als onrust voor den mens.Ga naar margenoot+
Laat myn ziel niet langer hopen.
Zie, zy tragt u in te loopen.
Ach! ik sterf,
Ach ik sterf! maakt gy geen end,
Van al deze aardse ellend.
4.
Myn God, myn eenig Een!Ga naar margenoot+
Vergever van myn zonden,Ga naar margenoot+
'K ontsla u niet, ô neen.Ga naar margenoot+
Voor dat ik, reyn bevonden,Ga naar margenoot+
Word door uw Liefde ontbondenGa naar margenoot+
Van dit lastig vlees en been.Ga naar margenoot+
Laat de dood dit lyf weg slepen.
'K heb, in u, myn heyl gegrepen.
| |
[pagina 45]
| |
Wat hier ryst,
Wat hier ryst of stort ter neer.
Ik leef, en sterf den Heer'.
| |
Toezang.Air: Breek uw pylen, breek uw bogen.
1.
VReugde! vreugde! zonder Ende,
Ziel, of eindelooze ellende.Ga naar margenoot+
'T is te grooten onderscheyt.
Zie, waar toe gy u bereyt.Ga naar margenoot+
2.
Liever hier het kruis verkoren,
Dan zyn eewig heil verloren.Ga naar margenoot+
In den arm van 't eewig goet,
Vind de ziel 't geen haar voldoet.Ga naar margenoot+
Om dat myn leven maar in uwe min bestaat,
Valt my het sterven zoet, hoe zeer van elk gehaat.
| |
Toepassing.
GElyk een Hart van dorst versmagt,
Schreewt na de bron, en koele stroomen,
Zoo jaagt myn ziel uit al haar kragt
Myn God, om eens by u te komen.
Wanneer ô schoone heylfonteyn,
Zult gy het vuyl van myne zonden
Zoo wassen, dat ik eenmaal reyn,
Zal voor uw oogen zyn bevonden.
Myn ziel vermoeit en afgestreen,
Verwagt haar heyl uit u alleen.
|
|