W.D. Hooft: Door-trapte Meelis en J. Noozeman: Lichte Klaartje
(1999)–Willem Dirckszoon Hooft, Jillis Noozeman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
1.1 Wat is een klucht?In de 16de en 17de eeuw had de term klucht Ga naar voetnoot3 een veel ruimere betekenis dan tegenwoordig. Met verstond onder kluchten niet alleen vrolijke toneelstukjes, maar ook teksten zoals moppenboeken en anecdotenverzamelingen. Gerrit Hendericxsz van Breughel gaf in twee bundels Cluchten vrolijke tafelspelen uit waaronder ook monologen en een liedjesrevue. Kortom, het genre deed er niet toe, als je maar kon lachen. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal vermeldt onder klucht II,1: ‘Tooneelstuk, geschikt om de toeschouwers te vermaken en te doen lachen, doch zonder diepere beteekenis’. Deze omschrijving bevat niet alleen kenmerken van de klucht, maar ook een effect ervan, namelijk het lachen. De omschrijving in de Grote Winkler Prins Encyclopedie noemt terecht uitsluitend kenmerken: ‘KLUCHT (letterkunde) is een vorm van dramatische kunst die het grof-komische van het dagelijks leven uitbeeldt, geen kunstzinnige of psychologische pretenties heeft en zich bedient van de directe, dikwijls grove taal van het volk.’ Over de pretenties zouden wij niet gesproken hebben. Wij beschouwen de klucht voorlopig als ‘de dramatische kunstvorm die het komische in het volkse leven verbeeldt’. Dit impliceert dat de toeschouwer of lezer heel wat zal lachen en dat het taalgebruik plat kan zijn. Verder laten wij de mogelijkheid van een diepere betekenis van het werk open en ook sluiten we kunstzinnige pretenties bij de auteur niet uit. Aan het einde van de bespreking van 1.2 ‘Het geheim van de lach’, zijn we echter genoodzaakt deze voorlopige typering te herformuleren. |
|