W.D. Hooft: Door-trapte Meelis en J. Noozeman: Lichte Klaartje
(1999)–Willem Dirckszoon Hooft, Jillis Noozeman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
1 InleidingDoor-trapte Meelis en Lichte Klaartje zijn niet voor ons geschreven en toch kunnen wij smakelijk om deze kluchten lachen. Hoewel een toneelwerk pas goed functioneert bij een opvoering ervan, genieten we al bij het lezen van de tekst. Kluchten hebben bovendien het voordeel, dat zij - naar het lijkt - niet snel verouderen. Dat komt omdat zij de mens tekenen in zijn lichamelijkheid, onderhevig aan emoties en vooral gedreven door vraatzucht, drankzucht, sexuele lust, kortom driften en begeerten die het leven kunnen beheersen vanuit de donkere krochten van het onbewuste. Wij kunnen ongestoord genoegen beleven aan kluchten uit de Gouden Eeuw. Maar dat betekent niet, dat wij dus in staat zijn op wetenschappelijke wijze de literaire kwaliteit van deze kluchten vast te stellen en te beoordelen. Iedereen kan tot een subjectief waardeoordeel komen. Maar als wij recht willen doen aan de toneelschrijver Ga naar voetnoot1, dan moeten we tot een zo objectief mogelijke beoordeling komen. Dat betekent, dat we de klucht moeten begrijpen in en vanuit de tijd van ontstaan. In deze inleiding richten wij ons eerst op het begrip ‘klucht’. Vervolgens schetsen wij onze positie als lezer van een historische klucht en geven de beperkingen aan die hieruit voortvloeien. Dit brengt ons tot een algemeen geldende beschouwing over het komische en de lach als begeleidend verschijnsel. Door middel van de analyse van de twee kluchten die wij hier uitgeven, naar inhoud, versificatie en taalgebruik en door middel van de annotatie proberen we de kloof tussen de eerste helft van de 17de eeuw en onze tijd te overbruggen. Dat is een kloof van ongeveer 350 jaar waarin achtereenvolgens Verlichting, Romantiek, Modernisme en Post-Modernisme onze waardering van de cultuur uit de periode van de Renaissance hebben gekleurd. Ga naar voetnoot2 Vier aspecten, die voor het plaatsen van de teksten in hun historische context van belang zijn, komen in de inleiding na de structuurbeschrijving aan de orde. Het betreft een schets van het kluchtgenre, de functie van de klucht in relatie tot het bestrijden van melancholie, de opvoeringen en een beknopte beschrijving van leven en werk van W.D. Hooft en J. Noozeman. |