Liederen en gedichten
(2004)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 85]
| |
Ethiek en godsdienst | |
[pagina 87]
| |
Kooraant.Elk acht gelukkig 's prinsen leven
door weeldes valse blijk.
Hij, door deez' mening zelf gedreven,
waant niemand zijns gelijk.
5[regelnummer]
Maar liet hij eens het rijk
en het gezag vrijwillig varen,
en proefd' of laagheid rust kan baren,
de hoogheid hij verachten zou als slijk.
Als een gewone man beproefde
10[regelnummer]
'tgeen hij acht zo 'n geluk,
wat zorg en angst een prins bedroefden,
wat onrust en wat druk,
hij achtte beter 't juk
als een gewone man te dragen,
15[regelnummer]
dan and'ren met het juk te plagen.
Men oordeelt onervaren in dit stuk.
Een prins wil dat men hem zal vrezen,
en acht hetzelve goed,
die zelve vreest, gevreesd te wezen.
20[regelnummer]
De nacht hem niet behoedt,
noch slaap zijn smart verzoet;
als alle mensen ruste rapen,
ontsteelt het zorgen hem zijn slapen.
Wat elk gebeurt, een prins ontberen moet.
25[regelnummer]
Wat hoog huis heeft ooit prins genoten,
dat niet is omgewend?
Wat vindt men toch voor hoge sloten,
die d' oorlog niet en schendt?
Waar ziet men toch omtrent
| |
[pagina 88]
| |
30[regelnummer]
het hof de schaamt' in ere houwen?
Gerechtigheid, huw'lijkse trouwe
zijn aan de grote hoven niet bekend.
Het hof dat volgt Bellona bloedig
met hare roed' in de hand.
35[regelnummer]
De helse, boze furie woedig,
die hovaardije plant,
wiens hongerige tand
de grootste doet hovaardig razen,
verslindt de huizen opgeblazen
40[regelnummer]
en werpt de hoge prinsen neer in 't zand.
Indien men t' oorlog niet ziet blinken,
maar van bedrog afstaan,
het groot moet door zijn zwaarheid zinken,
En 't hoog te gronde gaan.
45[regelnummer]
De schipper is belaên
als goede wind het schip gaat stijven,
vreest het geluk 't schip om zal drijven;
de hoogste torens meest de buien slaan.
De hoogste eiken ziet men breken
50[regelnummer]
die in de bossen staat.
't Geweer, uit Jovis' hand gestreken,
de hoogste bergen slaat,
het vetste beest men gaat,
niet 't slechtste, om te doden halen,
55[regelnummer]
bereidt men kostelijke malen.
Wat vallen zal, Fortuin verhogen laat.
Best duren matelijke dingen,
daar 't hoog haast vallen kan.
Die mate nooit ging overspringen,
| |
[pagina 89]
| |
60[regelnummer]
als een gewone man
die nooit en scheidde van
het strand, bevreesd de zee te naken,
roeit onder 't land, dat hij kan raken,
het hoogst' geluk alhier op aarde wan.
|
|