De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 837]
| |
Bijlage 35 [Minuut br. aan abdis van Audwijck. 1612.]1 Dat het graven geenssins door oochlujcking geschiet, maer alle middel 2 econtra aengewent, de schouten belast, gemeent gewaerschout, ick 2 maelGa naar eind2 3 op Goeijlant, soo dat ick niet meer weete wat doen als de rejse itereren, dat isGa naar eind3 4 gesien te vergeefs, want zij vlien terstont en mij vaeck eluderende soudenGa naar eind4 5 stouter worden. Een saeck dunckt mij noch te versoecken om haer af teGa naar eind5 6 soeten, dat U E lujden den gestichten turf thujs haelen of dat ment de schou-Ga naar eind6 7 ten van Goeijlant consentere die souden daer door in deffiance geraken. IndienGa naar eind7 8 U E dat improbeert of helpet niet soo wil ick versoecken of mense bij nachteGa naar eind8 9 aguetteren can. Ten overvloedt schrijve ick noch eens aen de dorpen op 'tGa naar eind9 10 ernstichste om haere buirlujde te deterreren. Weet men mij beter middel mijGa naar eind10 11 sal lief sijn in allen occasien daer 't eer ende eedt toelaet, gecommandeert te 12 werden van U E, aen de welcke 13 Me Vrouwe 14 Ick met behoirlijcke reverentie de handen kussende mij in gratie bevele ende 15 haer den Alderhoochsten. |
|