353 Aen den Ridder Huighens,
1 Mijn Heere,
2 Ick heb den He Ridder Veer ujtgehoort, ende licht gespeurt dat datGa naar eind2 3 maer half gehoort en was. Moght het UEd.gestr. eens gebeuren 4 ujttespannen zonder verachtering van den dienst zijner Vorstl.Ga naar eind4 5 doorl. om den voorspraek vanden overleden Prinsse Ho.ged. endeGa naar eind5 6 andere hulphelden te speelen, de rest uwer ledighe ujren en zoudeGa naar eind6 7 zich niet behoeven te schaemen, zoo eenen avont spelengaens inGa naar eind7 8 haer gezelschap t' ontfangen; ende mijn arbejt belijden moeten daerGa naar eind8 9 grootlijx door verlicht te zijn. Op Uwer Ed.gestr. aenwijzing heb 10 ick binnen ende bujten 's lands doen zoeken il Connestagio, Giusti-Ga naar eind10 11, niano, Campana ende Coloma: maer niemant van allen gevonden.Ga naar eind11 12 Wist UEd.gestr. eenighen raedt om daer aen te geraeken, ick waerGa naar eind12 13 om dien zoo vlijtelijk te volghen als de geboden van UEd.gestr. metGa naar eind13 14 de welke zich altijdt vereert zal houden, 15 Mijn Heer,
16 Amsterdam,...
17 a 1630.
17 UEd.gestr.
18 Verplichte dienstwste
19 P C Hóóft.
Hooft sluit zich aan bij Huygens' oordeel over Vere's geschrift en nodigt hem uit om eens een avond als advocaat van Maurits te willen optreden. Hij vraagt hem advies hoe hij aan enige geschiedkundige werken kan komen.
|
-
-
[tekstkritische noot]Minuut. UBA II C II. 323. Afschr. UBL Pap. 13.
Dat. de brief is het antwoord op Huygens' brief van 30 maart 1630.
-
eind2
-
den ... Veer: Zie 351 en 352, waarop deze brief van Hooft het antwoord is; heb ... ujtgehoort: heb zijn geschrift ten einde toe gelezen (letterlijk: wat hij zegt, ten einde toe aangehoord); licht gespeurt: (al) gauw gemerkt; dat ... was: (woordspelend met ujtgehoort) dat ik daarmee maar de helft (van de historische waarheid) gehoord had (en, ontkennend partikel, vaak bij maer gebruikt).
-
eind4
-
ujttespannen: vrijaf te nemen, u te verpozen; verachtering: benadeling van, schade te doen aan (vgl. 220, die Hooft blijkbaar niet vergeten was).
-
eind5
-
om: teneinde; den ... speelen: als advocaat op te treden; Ho. ged.: Hoogher ged. = van hoge gedachtenis (wiens gedachtenis hoog geëerd is).
-
eind6
-
hulphelden: helden die hem hebben bijgestaan (niet in WNT); de rest ... ontfangen: dan zou die vrijetijdsbesteding niet minder lofwaardig zijn dan uw dichtwerk.
-
eind7
-
spelengaens: (woordspelend met den voorspraek speelen) ontspanning.
-
eind8
-
mijn ... moeten: mijn werk zou moeten bekennen.
-
eind10
-
il Connestagio: Hieronymo Franchi de Conestagio, gest. 1653, een Genuees, schreef een Istoria delle guerre della Germania inferiore, die in 1614 te Venetië uitkwam (Br. 1, p. 287, noot 1); Giustiniano: Pietro Giustiniano, schrijver van Delle guerre di Fiandra lib. VI. (id., noot 2).
-
eind11
-
Campana: Cesare Campana (1540-1606) gaf in 1602 te Vicenza zijn Storia della guerra di Fiandra uit. (id., noot 3); Coloma: Carlos Coloma (1573-1637), streed in Vlaanderen, bekleedde daarna hoge ambten; schreef Las Guerras de los Estados-Bajos desde el ano de 1588 hasta elde 1599, Antwerpen, 1625. Zie E. Fueter, Geschichte der neueren Historiographie, München, Berlijn, 1911 p. 238 (Inlichting Drs. S. Groenveld);
-
eind12
-
ick ... volghen: dan zou ik (zie voor ik ben om te: 441 r. 7, 500 r. 5, 531 r. 77) die even vlijtig volgen.
-
eind13
-
met ... houden: waardoor zich altijd vereerd zal achten.
|