De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 785]
| |
350 Aenden H. Wijtz algemeen Wachtmr der Vereenighde Nederlanden.1 Weledele &c.
2 Grootelijx heeft mij UEd.Gestr. schrijven vanden xen dezer begun- 3 stight, met overbrengen van zoo een stuk gehaelt als ujt den brandt,Ga naar eind3 4 ende oorspronkelijk gekoomen ujt een ervarene handt, die overGa naar eind4 5 't werk geweest zijnde, 't zelve zoo bescheidelijk heeft konnen ope-Ga naar eind5 6 nen ten gronde toe, ende als van stuk tot stuk ontleden. DiergelijkeGa naar eind6 7 aentekeningen waeren de rechte peillooden, om met kennis te be-Ga naar eind7 8 zeilen de Zee, daer ick mij in begeven heb. Het gaet hier bij te rug-Ga naar eind8 9 ge, niet zoo ras als ick wel wenschte, maer als mij moghelijk ge- 10 weest is het te doen ujtschrijven door eenen vertrouwden vriendt. 11 De Heer van der Mijlen heeft groot gelijk mij met een gemeenenGa naar eind11 12 voet te meeten, gemerkt mijne zorghvuldigheit om vrienden in 13 gelijke zaken te voldoen, van zijne Ed. nojt beproeft, ende konst isGa naar eind13 14 den lieden aen te zien wat zij inden boezem voeren. Des ick de gele-Ga naar eind14 15 ghenheit afwachtende mij in zijne gunste ondertussen gebieden wil. 16 Ende de aenwijzing op den Heere Huighens, dien ick om de be-Ga naar eind16 17 raedsredenen van den Ridder Veer over den slagh van Vlaenderen, 18 in Fransche taele, des te liever zal moejen, verplicht mij, nevens zooGa naar eind18 19 veele andere blijken van UEd.Gestr. geneghenheit 't mijwaerts, om 20 derzelve, ende alle die haer lief zijn, allen wasdoom van eere endeGa naar eind20 21 voorspoedt van Gode toe te wenschen, mitsgaeders eeuwelijk te 22 blijven, 23 Ed. &c.
24 ujt Amsterdam, 24 25 Martij. 1630. 25 UEd.Gestr. 26 Onderdaenste toegedaenste dienaer 27 P C H.
Hooft zendt Wijtz een stuk terug dat hij voor de Nederlandsche Historiën nodig had; Wijtz heeft het blijkbaar vakkundig toegelicht. Van der Mijle wil geen stukken uitlenen; Hooft heeft die gunst nog te verdienen; voor Vere heeft Wijtz hem naar Huygens verwezen. | |
[pagina 786]
| |
|