De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1

Eerste deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 698]

301 Aen Henrik van Hoove ad^t tot Brussel,

1 D'uwe accuserende den mijnen van den 28 Martij spelt mij een¹ 2 nieuwe insinuatie. Men schrijft mij wt Zevenberghe vanden 9^en2 3 datse daer gedaen is, maer niet op wat dagh. Ick zend u de copien³ 4 vande req^en ende apost^en van don Franc^o met eenen copie authentiq⁴ 5 vande codicille fonderende 't majoraet. Heb niet anders konnen 6 doen, mits mij op Bulgaro verlaten had, die zeit alles onder de 7 Preter te zijn, getekent bij mijne hujsvrouwe.⁷

Leonora stuurt aan haar advocaat te Brussel afschriften van de rekesten die Francesco Hellemans heeft ingediend met de beschikkingen die hij daarop ontvangen heeft: blijkbaar heeft hij verzocht, het tweede majoraat geheel of gedeeltelijk te mogen vervreemden.

1 accuserende: de ontvangst meldende van; spelt: bericht.

2 insinuatie: actie.

3 datse: een dergelijke, misschien gelijkluidende kennisgeving.

4 met eenen: (hier schijnt een nieuwe zin te beginnen) meteen.

7 getekent: vgl. 296 N.B.

G. UBA II C II. 200.
Dat. tussen 11 en 18 april 1629, d.i. tussen de ontvangst van een brief uit Zevenbergen dd. 9 april en 303 van de 18^e.