De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 696]
| |
300 Aen mijnheere Mijnheere Pieter Hooft Drossaert van Muijden &c. Amsterdam.1 Monsieur et Cousijn,
2 Ick en ben niet capabel om U.Ed. genoechsaem te bedancken van 3 UEd: beleefden missive vanden 12en deses, ende van UEd: 4 vriendige presentatien, waer vooren mij altijt geobligeert sal 5 houden, ende bereijt om U.Ed: ende Joe nichte, allen mogelijcken 6 dienst te betoenen, hier mede sal U.Ed: ontfangen Copije vant 7 Octroij vergunt bij den Eertshertoch Albertus totte perpetuijt vandeGa naar eind7 8 geordonnde maijoraeten bij wijlen Peeter Hellemans onsen Oom;Ga naar eind8 9 soo dat tselve niet en kan gedissolveert noch veralieneert ofteGa naar eind9 10 beswaert werden, niettegenstaende soo heeft sulcx (over eenigeGa naar eind10 11 jaeren) gelieft aen Neve Carel Hellemans te beproeven, ende daerGa naar eind11 12 over proces te moveren voor de Cancellerije van brabant, WaerGa naar eind12 13 tegens, Ick ben gecomen in oppositie, als naeste ende Successeur, 14 inde selve qualiteijt, als Joe nichte UEd: huijsvrouwe moet ageeren 15 jegens onsen neve D.F.H. ende vuijttet medegaende vonnis waerGa naar eind15 16 inne de meriten vande saeke geextendeert sijn, sal U.Ed: sien,Ga naar eind16 17 datt[-] bij den selven Raede verstaen is datter geene alienatie en 18 kan gevallen, Ick en twijfele niet, of mette presentatie van deseGa naar eind18 19 stucken alle voirdere disputen sullen cesseeren; dewelcke eerst 20 hebbe willen toeseijnden aen U.Ed: om die met sijnen raede 'tGa naar eind20 21 examineren, alsoo U.Ed: tijts genoech heeft om die op brussel te 22 bestellen Want men inde Cancellerije vacantie heeft tot acht 23 daegen naer Paeschen. Voirder dunct mij dat nichte niet quaelijckGa naar eind23 24 en kan gedoen haer tot sevenb voor 12, oft 14. daegen tonthouden, 25 alwaer U. Ed: sonder eenich perijckel haere kan geselschaphoudenGa naar eind25 26 nemende vant Fort van Noordam tot Sevenb sijnde een quartier mijls,Ga naar eind26 27 convoij van acht oft thien soldaten, ad majorem Cautelam, hoe welGa naar eind27 28 daer geene swaerigheijt en valt. U.Ed: gelieve mijnen goeden wille 29 int goet aentenemen, ende mij te emploijeren in saeken van U.Ed: 30 dienste. Men kan tot brussel dese Stucken bij de Secretarissen vande 31 cancellerije doen autentiseren, Welck hier niet en hebbe konnenGa naar eind31 32 doen mits mijne origineele In Brabant sijn, Waer mede, mijne lieveGa naar eind32 33 huijsvrouwe ende Ick, gebieden ons affectueuselijck in U.Ed. | |
[pagina 697]
| |
34 goede gratie, mitsgaders van me Joe nichte desselfs gemaele, endeGa naar eind34 35 blijve voor altijt 36 Monsieur et Cousijn,
37 Vuijt den haege 38 den 14en april 1629. 38 U.Ed: dienstbereijden neeff ende 39 Dienr 40 Pieter Helman.
Peter Ferdinandsz. Helman, Heer van Muilkerken, 1594-1644, zoon van Leonora's tante Anna Pietersdr. Hellemans, biedt Leonora en Hooft zijn hulp en diensten aan. Hij is Carel Hellemans' opvolger in het eerste majoraat en heeft dus hetzelfde belang bij onvervreemdbaarheid der majoraten als Leonora, opvolgster in het tweede. N.B. De schrijver is een geboren Antwerpenaar. |
|