De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 683]
| |
294 Aen Sr Balthazar Bulgaro tot Antwerpen.1 Monsr mon Cousin,
2 Van heden voor acht daeghen heb UE beantwoort 't geen door monGa naar eind2 3 frere Bartholottj mij wt UE naem was voorgehouden. Heden hebGa naar eind3 4 gesien bij die aen den H. Bartholottj hoe UE gecondemneert was tot 5 Reke ende reliqua ende in reforme van dat vonnis tot Brussel zochtGa naar eind5 6 te komen. 't welk mij wel gedaen dunkt. Op Donderdagh naest- 7 komende meene dat de staet van den sterfhujse zal werden voltrok-Ga naar eind7 8 ken: doch maer op rapport aende HH Weesmren ende hunner EEGa naar eind8 9 goedt vinden. UE gelieve te considereren dat dus lang een train dienGa naar eind9 10 de zaeken neemen met reden niemant meer en drukt als mij, dien 't 11 niet en ontbreekt aen apprehensie van 't interest dat ick daer bijGa naar eind11 12 lijde. 13 Nu perst mij een nieuw incident alhoewel, mits UE preadviseren,Ga naar eind13 14 niet onverwacht, dezen ende daerinne aen UE te richten seker schrij-Ga naar eind14 15 vens vande vrouwe daer mijn hujsvrouwe tot Zevenberghen domi-Ga naar eind15 16 cilie bij genomen heeft, met copie vande reqe door don FranciscoGa naar eind16 17 gepresenteert: ten einde UE dezelve gelieve te zeinden aenden Heere 18 adt Henrik van Hove tot Brussel, ende sijner E als procuratie vanGa naar eind18 19 mijne hujsvrouwe hebbende te recommanderen de bewaernisse van 20 haer goedt ['t] recht, ende te seggen tegens *te*Ga naar voetnoot+ voors reqe 't geene 21 raedsaemst gevonden sal werden. Waer toe mijns oordeels van 22 noode waere sijner E te doen hebben copie authentiq vande codicilleGa naar eind22 23 roerende 't majoraet, mitsgaders vande laeste reqe ten selven einde 24 bij don Francisco ingelevert, ende 't nihil daer op geapostilleert: 25 insgelijk vande declaratie op 't versoek van wijlen Sr Anthonio vanGa naar eind25 26 Surk aldaer vande Eertshartoghen verworven, waer bij bejde de 27 majoraten zoo van mon frere C als van Don Francisco worden ver- 28 klaert perpetuel ende gradueel. Van welke acten ick alhier geeneGa naar eind28 29 authentique copien en vinde: doch wort vermeent datse onder UE 30 berusten. Indien niet, gelieve te bevorderen datse gerecouvreertGa naar eind30 31 ende den voors Heere adt op 't spoedighste gesubministreert mo-Ga naar eind31 32 ghen werden, ondertussen den ingeslootene zijner E. toevaerdi- 33 ghende met versoek om bij provisie de zaeke te verdaedighen 'tGa naar eind33 34 best des doenlijk zij ende tijdt te winnen. D' acte vande neutralitejt 35 mijner hujsvrouwe is zijner E voor dezen toegeschikt om declaratieGa naar eind35 36 confirmatoir op te versoeken. Ende naerdienmen die tot noch toe 37 niet heeft konnen impetreren, zalmen pijlen moeten maeken van 'tGa naar eind37 38 hout datmen heeft, zich daermede, als waer tegens ook noch geeneGa naar eind38 | |
[pagina 684]
| |
39 contrarie declaratie gedaen is, behelpen. De vier copien ontfangen 40 bij Margriete d'Arnelle en weeten niet wat inhouden, schrijvenGa naar eind40 41 haer zoo die noch niet aen mon frere C gesonden zijn, dat zij die 42 aen UE zende, ende versoeken aen frere C soo hijze ontfangen heeft, 43 die te bestellen aen den H. Adt van Hove. Indien UE aldaer ijetwes 44 meer weet te suppediteren, dat ter materie dienstigh is, vertrouweGa naar eind44 45 dat deselve des in geenen gebreke zijn zal, gelijk wij nemmermeer 46 zijn zullen van sulx te erkennen nae behooren, jegens UE, die nae 47 hartlijke groete ende gebiedenis, met alle de zijne den almoghenden 48 in genaede bevolen zij, van
49 26 feb. 49 UE 50 Geaffectionneerden dienstwen 51 Neeve, 52 PCH.
In 1601 waren door een oom van Leonora Hellemans twee majoraten ingesteld. Dit zijn onvervreemdbare legaten die volgens een voorgeschreven regeling in de familie moeten vererven. In deze regeling spelen het eerstgeboorterecht en het mannelijk geslacht de hoofdrol. De kern van beide kapitalen werd gevormd door huizen in en bij Antwerpen. Vgl. Bijlage 294a. Als Hooft met Leonora trouwt, zijn er in de familie al verschillende processen over de majoraten gevoerd. Niet over de erfopvolging, want er waren nog mannelijke rechthebbenden, maar over de neiging van die bezitters om delen van de majoraten te verkopen. Eventuele latere rechtverkrijgenden hadden er belang bij, daartegen beschermd te worden, vandaar ook dat Leonora, al voordat zij met Hooft trouwde, in proces lag. Sedert 1625, toen haar oudere zuster Susanna stierf, beschouwde zij zich als eerste gerechtigde tot het 2de majoraat, zodra haar neef Don Francisco Hellemans zou komen te overlijden. Als dit in 1634 gebeurt, wordt de majoraatskwestie actueel voor de Hoofts, maar ook daarvóór houden twee secundaire kwesties hen in verband met het majoraat bezig: de genoemde neiging van de bezitters om gedeelten ervan te vervreemden, en Leonora's domicilie in de ‘provinces rebelles’. Om haar positie te verbeteren had zij een domicilie in ‘neutraal’ gebied: Zevenbergen. Vgl. 262. De vraag was evenwel, of haar neutraliteit door de Brusselse instanties erkend zou worden. Het Iste majoraat was in handen van haar broer Carel, en zoals uit brieven 287 en 288 gebleken is, had Leonora daar een zeer lastige en onbetrouwbare | |
[pagina 685]
| |
wederpartij aan. Gelukkig voor haar had de erflater bepaald, dat niemand beide majoraten zou mogen bezitten. - De acties voor de Zuidnederlandse instanties worden namens Leonora gevoerd door tussenkomst van verschillende familieleden (b.v. B. Bolgaro, 288), advocaten en procureurs. De commentaar zal zich niet kunnen begeven in de vraag, waarom juist een bepaalde achterneef te hulp komt of wordt geroepen, of een andere procureur. Ook hun werkwijzen en die van de autoriteiten zullen dikwijls ondoorzichtig blijven. In 294 blijft al dadelijk de vraag onbeantwoord: hoe kwam Leonora's hospita te Zevenbergen aan een kopie van een rekest van de bezitter van het 2de majoraat, Francisco Hellemans? Zie de uitvoeriger uiteenzetting van de majoraatskwestie in Bijlage 294. |
|