De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 679]
| |
292 Au chevalier vander Mijle,1 Encores que je soije tresasseuré que par l'interet del' Estat, cujus 2 pars magna manes, et la profession que faites d'affectionner tousGa naar eind2 3 personnages d'honneur, vous estes assez porté a favorizer la deli- 4 vrance de Monsr le general Reael, et seconder les debvojrs qu'ont 5 fait et font continuellement ses parens et amjs a *celle*Ga naar voetnoot+ fin: si estce 6 qu'a requisition de Mr son frere, et en contemplation d'une malice 7 tant obstinée, dont Fortune vá traversant sans cesse l'effect de sonGa naar eind7 8 relaschement, je me trouve poussé a vous prier d'avoir en recom- 9 mendation et a coeur l'affaire d'un tel serviteur, qui vous est já 10 acquis par tant de bons offices receuz de vostre main, en considerant 11 que si a l'occasion presente ne se treuve quelque bon expedient, il en 12 faudrá desesperer a jamajs. Ceque Dieu ne veujlle, qui vous con- 13 serve 14 Monsr en toute prosperité et honneur et en voz bonnes gracez,
15 A Amstredam ce 15e de 16 Janvier 1629. 16 Vostre treshumble et tresaffec- 17 tionne serviteur. 18 P C Hóóft.
vertaling
Hoewel ik er vast van verzekerd ben, dat u door het belang van de staat, waarin gij een belangrijke factor blijft, en door de toewijding die u aan den dag legt jegens alle personen van eer, zeer geneigd bent de bevrijding van de heer Generaal Reael te bevorderen en de moeiten te steunen die zijn verwanten en vrienden hiertoe gedaan hebben en voortdurend doende zijn, toch vind ik mij gedrongen, op verzoek van mijnheer zijn broer, en met het oog op de zo halsstarrige kwaadwilligheid waarmede het Lot zonder ophouden de verwerkelijking van zijn vrijlating blijft verijdelen, u te bidden de zaak van zulk een dienaar, die u al lang is toegedaan door zoveel goede gunsten, van uw hand verkregen, in het oog te houden en te behartigen, in aanmerking nemende dat als de tegenwoordige omstandigheden geen oplossing brengen, men er voorgoed aan moet wanhopen. Hetgeen God moge verhoeden, die u Mijn Heer, in volle welstand en eer moge behouden, en in uw gunst
Amsterdam 15 januari 1629. Uw nederigste en zeer toegenegen dienaar P.C. Hóóft. | |
[pagina 680]
| |
Hooft vraagt de medewerking van Van der Mijle om de bevrijding van Laurens Reael te bewerken, die in 1627 na een schipbreuk op de kust van Duitsland gevangen genomen was door keizerlijke troepen. Vgl. 192, 289, 290. |