De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 668]
| |
287 A mon Frere Carel Hellemans tot Antwerpen.1 Monsr mon Frere.
2 Wt UE schrijven vanden 4en lestleden heb met verwondering ver- 3 staen dat haer de brieven van Sr Vander Wijen niet alle ter handt enGa naar eind3 4 zijn gekomen; met leedtwezen, dat UE zoo nae bij zijnde als inden 5 Haeghe, niet gelieft heeft zich voorts herwaerts te vervoeghen. VanGa naar eind5 6 't middel bij ons geroert om met onderling, ende zonderling UEGa naar eind6 7 genoeghen de saeken vanden sterfhujze te vereffenen, en kan bij 8 brieven niet handelen, om redenen, die UE zelve, mijns oordeelsGa naar eind8 9 deughdelijk ende maer alte gewichtigh zal vinden 't zijner over-Ga naar eind9 10 koomste. Deze zal nodigh zijn binnen drie weken nae dezen dagh,Ga naar eind10 11 als wanneer men nootlijk de zaeken bij der handt zal moeten nee- 12 men, alhoewel voor dien tijdt, om seker punt mon frere van ZurkGa naar eind12 13 raekende, het testament zal moeten gelevert worden in handen van 14 de exsecuteurs, die ick acht UE bekent te zijn. Indien deselve als danGa naar eind14 15 goedt vinden copie te laeten trekken ende op Antwerpen te zenden, 16 ick zal bevorderen dattet geschiede, alhoewel 't mij om zoo kleenen 17 tijdt als tussen dien ende UE koomste te loopen heeft, van geenen 18 dienst en schijnt. Zonder hunne geliefte, zoude mij ontsien metGa naar eind18 19 eenigh bewint vanden sterfhujse te moeijen, als wtgesloten van dieGa naar eind19 20 authoritejt. Verwachtende dan tegens dat pas, UE jeghenwoordig- 21 heit, zal deselve Monsr mon frere, met Joffre onze suster UE beminde 22 hujsvrouwe ende zoone, den almoghenden in schut ende scherm 23 bevolen laeten, hartelijke groete ende gebiedenis van de mijne ende
24 Wt Amsterdam, 25 13 Novemb. 1628. 24 UE 25 Weltoegeneghen dienstwen broeder 26 P C Hóóft.
Leonora's moeder Susanna van Surck, overleden in october 1628, had aan haar dochter Lucretia een groot en aan haar verwende zoon Carel zeer grote bedragen geleend. Hierin vond zij aanleiding om de erfportie van deze kinderen onder fideï-commissair verband te stellen. Hooft zinspeelt in 287 ongetwijfeld hierop, maar er ontgaat de lezer toch allerlei dat op voorafgegane, onbekend blijvende dingen slaat. - Carel of Carlo Hellemans, 1595-1652, had evenals Leonora een domicilie in Zevenbergen, terwille van zijn neutraliteit. Hij had ook een huis in en later bij Antwerpen. |
|