De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1

Eerste deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 655]

*279 Aen me Joffr^e Me Joffrouwe Tesselscha Visschers, hujsvrouwe van S^r Allart Krombalgh, inde Koorenstraet, tot Alkmaer.

is betaelt.

1 Me Joffr^e.

2 Wij bedanken UE voor het bijzetten uwer 3 borst van gitte, die houdende voor een Hiero-³ 4 glijphike oft heilighletter ende zinnebeeldt⁴ 5 van het deel dat wij hebben ende hoopen te houden 6 aen d'andre, daer zoo goede ende groote wenschen ujt⁶ 7 komen. Wij zienze niet beter te vergelden als 8 met beede tot UE dat ons de eere geschiede 9 van 't kindt te heffen dat het UE zoo zujr⁹ 10 maekt, ende tot God, dat hij UE aen 't selve zoo 11 veele vreughde laete beleven tot belooninge 12 dier smarte, als alle deughden ende fraeijigheden¹² 13 van een' gewenschte vrucht ter borste van een'¹³ 14 beminnende moeder, in veele jaeren, konnen 15 inneboesemen, laetende deselve met den H. UE 16 gemael den zelven in genaede bevolen, nevens 17 welhartelijke groete ende gebiedenis,

18 Me Joffr^e van

19 UE

20 Verplichte dienstw^e

21 P C Hóóft.

3 borst van gitte: lap, bestemd om als borststuk in een japon gezet te worden, door Tesselschade bewerkt met een figuur van gitten.

4 heilighletter: letterlijke vertaling van Hieroglyphike (letter).

6 andre (borst); zoo goede en groote wenschen: ongetwijfeld bij het huwelijk van Hooft en Leonora.

9 heffen: ten doop houden.

12 alle deughden ende fraeijigheden: al het lieve en liefelijke.

13 gewenschte vrucht: welkom kind.

[p. 656]

Hooft bedankt (ook uit naam van Leonora) Tesselschade voor een geschenk en verzoekt het kind dat zij wacht, ten doop te mogen houden.

N.B. Een borst werd vaker als bruidsgeschenk gegeven, vgl. Warenar vs. 702.

Origineel. UBA II C 13.242.
Dat. Deze ongedateerde brief is door Huydecoper in april 1630, door Van Vloten aan het eind van het jaar 1629 en van zijn deel I geplaatst. Zijn motivering, dat de vermelde goede en grote wensen betrekking kunnen hebben op het huwelijk van de Hoofts (30 november 1627) en dat T. de volgende zomer te Muiden een baby bij zich had, verwijst de brief echter naar het eind van 1627. Het is het bedankje voor het huwelijkscadeau en waarschijnlijk ook voor schriftelijke gelukwensen. Tesselschade heeft dan het huwelijksfeest niet kunnen bijwonen: zij was in verwachting, en had geschreven dat het kind het haar ‘zujr’ maakte.