De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 632]
| |
266 (P.C. Hooft aan S. Bartolotti.)1 Me Joffre
2 Ick schaem mij voor de rijpe wijsheit Uwer E in sulk een groente 3 van jeught, 'tgeen ick mij niet schaemen zoude voor Salomon sel-Ga naar eind3 4 ven. Want dat een persoon, die mijne jaeren, de Werelt gesien endeGa naar eind4 5 eenighe kennisse heeft aen dat deel der geleertheit waer doormenGa naar eind5 6 een' redelijke vooghdije over zijn zinnen gewint, sich laet veroverenGa naar eind6 7 vande liefde t'eener Joffre tot dootlijk krank werden toe, zoude bijGa naar eind7 8 dien wetenden Coning niet alleen vergiffenisse maer medelijdensGa naar eind8 9 waerdigh gevonden werden, als die sich zelf voor desgelijken ver-Ga naar eind9 10 loop niet en heeft geweten te hoeden. Bij UE en zie ick niet dat mijn'Ga naar eind10 11 ongeregelth verschoonen kan, als die gunste waer in 't UE edelhar-Ga naar eind11 12 tigheit gelieft heeft mij ujt enkele heusheit t' ontfangen. Dese endeGa naar eind12 13 de noot verkrachten de schaemte, die mij verbiet voor UE bekent teGa naar eind13 14 staen hoe ick mijne geneghenhejt tot me Joffre UE moeder soo 15 quaelijk heb geweten te matighen, datse mij in doodsgevaer gevoert 16 heeft: in veughe bujten hoope is dat ick haer E emmermeer levendGa naar eind16 17 zien zal, t'en zij zij mij, ende dat wel haest, doe zien een levendeGa naar eind17 18 versekering van haere genaede. Dat zulx geschiede door een letter- 19 ken van haer E waerde handt heb ick haer E wel vierighlijk endeGa naar eind19 20 ootmoedelijk gebeden: met gelijke vierigheit ende ootmoedt bid- 21 dende UE nevens de mijne UE gebeden te voeghen, ende ten minsten 22 te verwerven, soo 't immers van haere handt niet zijn magh, dat ickGa naar eind22 23 van UE handt wt haer E mondt ontfangen moghe het woort mijner 24 verlossinge bestaende daer in dat haer E gelieve t'aenvaerden de 25 slavernije die ick haer E zonder ijet eighens aen mij selven te hou-Ga naar eind25 26 den, opdraeghe. Waer toe ick mij vastelijk verlatende met aenroe-Ga naar eind26 27 pen Gods, dat zijn Mt UE zoo vroeghe voorzienigheit door zijnenGa naar eind27 28 zeghen doe gedijen tot UE achtbaerheit ende steun van UE hujs, 29 kusse de handen van UE nevens eeuwighen dank, dienst ende eer- 30 biedenis van
Om niets onbeproefd te laten roept Hooft de tussenkomst in van Leonora's veertienjarige dochter Susanna Bartolotti; waarschijnlijk is deze brief tegelijk met 264 en 265 naar Zevenbergen gezonden. | |
[pagina 633]
| |
|