De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 630]
| |
265 Aen me Joffre Me Joffrouwe Helionora Hellemans, wede van wijlen den Heere Janbabtist Bartholot S.G. tot Zevenbergen.1 Me Joffre.
2 Een zorghlijk accident met koo<r>tsen vermengt ge-Ga naar eind2 3 causeert, nae 't oordeel der medicijns, wt melan-Ga naar eind3 4 cholje heeft mij gedreven om de bijgevoeghden 5 inhoudende sekere redenen, die mij d'ontsteltenisGa naar eind5 6 op dien bitteren avont van afschejdt belette te alle-Ga naar eind6 7 geren, door vertrouwde bodinne, ten hujse van UE 8 te schikken, op hoope van eenigh soulagement, datGa naar eind8 9 mij wel promtelijk van noode is. Tot rapport be-Ga naar eind9 10 komen hebbende, dat UE vertrokken was, is 'tGa naar eind10 11 naeste desen te doen volghen, met een vierigh ge- 12 bedt aen UE, om spoedighen troost, door verse- 13 keringe van UE genaede bij een letterken van ha[-] 14 handt; ende tot God, dat hij 't allerzaelighste verleene 15 aen UE, mitsgaeders me Joffre die genereuse Susan[-]Ga naar eind15 16 ende allen, die de eere hebben van te staen inde goede 17 gratie van UE: aende welke ick <mij> wt alle mijn 18 vermoghen gebiede, nevens 't kussen der schoone ende 19 welwaer[-] handt, mij op 't eerbiedighste t'haerwaerts nijghende
20 UE 21 Onderdaensten toegedaensten 22 dienaer 23 P C Hóóft.
24 Ick gebiede mij zeer dienstelijk 25 aen mijn Heere ende Joffre Hellemans.Ga naar eind25
26 Zeer haestigh. wt Amsterdam, 27 Aug. 1627. | |
[pagina 631]
| |
Daar Leonora intussen naar Zevenbergen vertrokken blijkt, zendt Hooft brief 264 met een begeleidende daarheen. Het vermoeden is gewettigd, dat Leonora niet zozeer gevlucht was zoals de traditie wil - Hooft gaf daar al heel weinig aanleiding toe - maar dat zij in Zevenbergen, waar haar broer Carel, ten huize van dezelfde hospita, al jaren woonde en waar men de juridische vruchten van de neutraliteit goed kende en uitbuitte, is gaan informeren in hoeverre een huwelijk met een Hollands ambtenaar haar belangen kon schaden. Bovendien passeerde zij op 4 september voor schepenen van Zevenbergen een volmacht voor een advocaat te Brussel, wat haar vertrek uit Amsterdam naar Zevenbergen ook kan verklaren. Naar brief 267 en 268 te oordelen, was Hooft op 7 september in het bezit van haar jawoord. |
|